Waren het Romeinen of middeleeuwers? DNA-onderzoek op tanden moet mysterie rond skeletten uit waterput in Velzeke onthullen
In dit artikel:
Eind jaren tachtig vonden archeologen bij graafwerk aan de Provinciebaan in Velzeke (Zottegem) een eeuwenoude waterput. In een van de lagen van die stenen put kwamen onverwacht twee volledig intacte menselijke skeletten tevoorschijn. Omdat er nauwelijks begrafenissen bewaard zijn uit de laat-Romeinse en vroege Merovingische periode (ongeveer 450–750 na Chr.), is deze vondst uitzonderlijk en wetenschappelijk waardevol.
De twee mannen lagen onder stenen, wat erop wijst dat ze opzettelijk in de put onder water gehouden werden. Leeftijdsinschattingen uit eerder onderzoek geven aan dat de ene man tussen 18 en 25 jaar was, de andere rond de 35. Verder bleef veel over hun identiteit en herkomst lange tijd onduidelijk: in die periode werden lichamen vaak verbrand en in de zand- en leemgrond van België vergaan begrafenissen snel, waardoor biologische informatie schaars is.
Om die leemtes op te vullen laten archeologen nu DNA-onderzoek uitvoeren op tanden uit de skeletten. Tanden beschermen oudDNA goed, waardoor met moderne technieken zowel radiokoolstofdatering (14C) als analyse van oudDNA mogelijk is. De onderzoekers hopen met deze methoden te achterhalen of de mannen verwant waren, waar ze vandaan kwamen, hoe hun gezondheid en dieet waren en of er aanwijzingen zijn voor epidemieën of doodsoorzaken en zorgpraktijken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door teams van de KU Leuven en het Laboratorium Menselijke Genetische Genealogie.
De uitkomsten kunnen niet alleen het lot van deze twee individuen verduidelijken, maar ook bijdragen aan ons begrip van de onduidelijke overgangsperiode tussen het Romeinse Rijk en de vroege middeleeuwen in deze regio, een tijd van culturele versmelting tussen Gallo-Romeinse en Germaanse invloeden.