Ware godsdienst maar lege kerk?
In dit artikel:
Christenen beweren dat hun geloof de enige weg tot God biedt, maar toch lopen Nederlandse kerken grotendeels leeg. Onderzoeken van CBS, SCP en het project “God in Nederland” tonen aan dat de ontkerkelijking sinds de tweede helft van de twintigste eeuw sterk was; die daling lijkt inmiddels te stabiliseren, maar veel mensen bezoeken nog zelden of nooit een dienst — ook in steden waar oudere generaties zich volle kerken herinneren.
De auteur noemt drie verklaringen vanuit sociologisch en theologisch oogpunt. Ten eerste: weten ≠ doen. Mensen kunnen wel nadenken over zingeving of het hiernamaals, maar dat leidt niet automatisch tot kerkbezoek of religieuze betrokkenheid — vergelijkbaar met hoe mensen weten dat bewegen gezond is, maar het toch nalaten. Ten tweede: het imago en de werking van de kerk weerhouden buitenstaanders. Schandalen, interne ruzies, ontoegankelijke taal in preken en een onwelkom gevoel voor nieuwkomers maken kerken minder aantrekkelijk. Ten derde: volgens Bijbelse uitspraken is het christelijke bericht niet voor iedereen; de Schrift spreekt van een klein overblijfsel dat werkelijk geloof ervaart. Zonder inwerking van de Heilige Geest blijft het Evangelie voor velen onaanvaardbaar.
De tekst draait vervolgens de vraag om: zijn kerken leeg of is dat beeld te beperkt? Ook onder gelovigen komt soms sprake van sociale motieven, traditie of religieuze gewoontes in plaats van oprechte overtuiging. Waar oprechte verkondiging en verzoening plaatsvindt, zo wordt betoogd, is de kerk niet leeg — al zijn er geen mensen aanwezig, dan nog zijn er engelen die verlangen naar het geheim van die verzoening. Tegelijk waarschuwt de auteur voor krachten die tegenwerken.
Er wordt ook kritiek op een puur sociologische blik gegeven. Als men zich blind staart op grafieken en afgaande op tellen van kerkgangers, raakt men verkleefd aan wat zichtbaar is en miskent dan het geloofsperspectief dat nadrukkelijk naar het hemelse kijkt. Dr. Herman Paul wordt aangehaald: wie alleen tellen, raakt zelf geseculariseerd. Het antwoord dat de schrijver voorstaat is dubbel: niet berusten in dalende cijfers, maar biddend en missionair werken en geloven dat het Evangelie uiteindelijk wereldwijd kan doorbreken — die inzet zou volgens de auteur de kerken weer kunnen vullen.
Kortom: leegloop heeft sociale, institutionele en theologische oorzaken; de oplossing ligt volgens het stuk in oprechte verkondiging, afhankelijkheid van de Geest, gebed en actieve evangelisatie, niet enkel in het interpreteren van statistieken.