Wanneer Myriam Mater-van Hulst met jonge leerlingen over de oorlog praatte, luisterden die ademloos
In dit artikel:
In 1944 voorkwam de veertienjarige Myriam van Hulst met een slimme zet dat Duitse soldaten haar vader arresteerden: onder dwang moest ze ziekenhuizen bellen, maar ze rekende uit welk nummer ze als laatste moest kiezen en zei in het Frans tegen haar vader: “Ne rentre pas à la maison” — kom niet naar huis. Haar vader Jan, actief in het verzet, bleef weg en overleefde de oorlog. Dat moment illustreert hoe gevaar en geluk elkaar tijdens haar jeugd in Amsterdam en omgeving onafgebroken afwisselden.
Myriam groeide op als dochter van een niet-joodse vader en een joodse moeder. Haar gezin overleefde op creatieve manieren: haar vader liet officiële papieren aanpassen om familieleden te beschermen en hielp anderen ontsnappen aan vervolging. Tegelijkertijd verloor het gezin haar moeder in de Hongerwinter; haar begrafenis vond plaats in een kartonnen doos omdat hout schaars was. Die herinneringen bleven haar levenslang bij en vormden de kern van de verhalen die ze later vertelde.
Na de oorlog bouwde ze een veelzijdig leven op. Ze werd alleenstaande moeder van vier kinderen na een scheiding in 1967, studeerde avondcursussen maatschappelijk werk en werkte bij het Joods Maatschappelijk Werk. Daar zette ze zich in voor betere sociale voorzieningen voor oorlogsgetroffenen: zij en collega’s brachten dossiers bijeen en voerden politieke en publieke druk uit om erkenning en hogere uitkeringen te krijgen. Het werk bracht haar veel schrijnende verhalen, waarvoor ze later psychologische begeleiding zocht.
Tot kort voor haar overlijden was Myriam een bekend gezicht in Amsterdamse klaslokalen. Via Stichting In Mijn Buurt en andere podia vertelde ze leerlingen haar ervaringen—altijd met de boodschap dat geschiedenis doorverteld moet worden en met een menselijk optimisme: “Er is plaats voor iedereen op de wereld,” antwoordde ze vaak op lastige vragen. Voor haar inzet kreeg ze recent nog een lintje uit handen van burgemeester Femke Halsema en ze was lid van de Orde van Oranje-Nassau.
Kenmerkend voor haar levenshouding was dat ze zich nooit als slachtoffer zag. Ze zocht klein geluk, hield van verhalen en zingen (sopraan), en formuleerde haar levensadvies helder: maak zelf iets moois van je leven. Haar nalatenschap wordt voortgezet door een jonge erfgoeddrager, Adel, die haar verhaal onder meer vertelde in het Anne Frank Huis. Myriam Mater-van Hulst overleed op 94‑jarige leeftijd; haar leven blijft een getuigenis van veerkracht, daadkracht en de noodzaak van herinnering.