Wagensveld wint van Marcouch: Burgemeester buigt voor islamgeweld in Arnhem
In dit artikel:
In Arnhem legde burgemeester Ahmed Marcouch vorig jaar maart een preventief gebiedsverbod van zes maanden op aan Pegida-voorman Edwin Wagensveld nadat hij een demonstratie had aangekondigd. De maatregel werd volgens het stadsbestuur ingesteld omdat er door tegenstanders met geweld zou zijn gedreigd als Pegida zou verschijnen. Wagensveld bestreed het verbod en kreeg op 3 oktober in eerste aanleg gelijk: de rechter verklaarde zijn bezwaar ontvankelijk en oordeelde in zijn voordeel.
Na die uitspraak besloot Marcouch het oorspronkelijke verbod — zonder advies van de bezwaarcommissie — te verkorten van zes maanden naar drie weken. Wagensveld reageerde fel en noemt het opleggen van gebiedsverboden aan activisten vóórdat zij iets hebben gedaan een middel om minderheden de mond te snoeren; hij verwacht dat ook die resterende drie weken door de rechter zullen worden vernietigd. De zaak wordt in de tekst gepresenteerd als een principiële botsing tussen vrijheid van meningsuiting en bestuurlijke terughoudendheid op grond van veiligheidsangst.
Het artikel plaatst het incident bovendien in een breder politiek kader en gebruikt de kwestie om de burgemeester te bekritiseren en een politiek-polemische boodschap aan lezers te richten. Extra context: dergelijke preventieve verboden worden in Nederland soms ingezet om de openbare orde te beschermen wanneer er reële geweldsbedreigingen zijn, maar rechters wegen daarbij de vrijheid van meningsuiting mee; als de rechter ook het resterende verbod vernietigt, kan dat als precedent dienen dat bestuurders minder ruimte hebben om demonstranten vooraf te beperken vanwege dreigingen.