Waarom Zürich koploper is in wooncoöperaties (en wat Amsterdam daarvan kan leren)
In dit artikel:
Nathanea Elte woont in een wooncoöperatie van Allgemeine Baugenossenschaft Zürich (ABZ) en beschrijft een gebouw waar bewoners elkaar dagelijks tegenkomen: gemeenschappelijke ruimten, ateliers, een kleuterschool en 24/7 open wassalons. ABZ is de grootste coöperatie in Zürich met ongeveer 5.000 woningen op 60 locaties; coöperaties vormen in Zwitserland een blijvende woonvorm (ongeveer 5% van de woningen nationaal, in Zürich circa 18% — in totaal meer dan 40.000 wooneenheden). De coöperaties werken zonder winstmaximalisatie: huurders zijn mede-eigenaar van de vereniging, alle opbrengsten vloeien terug in woningen en gemeenschappelijke voorzieningen, en elk lid heeft één stem.
Amsterdam wil dat model navolgen. In 2020 startte de gemeente het Actieplan Wooncoöperaties met de ambitie dat rond 2040 10% van Amsterdams woningvoorraad coöperatief zou zijn. Tot nu toe zijn er slechts enkele voltooide, relatief kleine projecten, en veel initiatieven zitten nog in ontwikkeling. De gemeente ondersteunt nieuwe initiatieven via een Stimuleringsfonds en door een beperkt aantal grondkavels uit te geven, terwijl Stichting !Woon voorlichting, trainingen en een handboek biedt aan potentiële initiatiefnemers.
De kracht van Zürich ligt volgens betrokkenen niet alleen in enthousiasme maar in een lange traditie en een uitgewerkt ecosysteem: gemeentes verkochten van oudsher grond aan coöperaties, er bestaan fondsen, (renteloze) leningen en betaalbare grondpacht, banken kennen de formule en financieren grootschalig, en oudere coöperaties helpen nieuwkomers. Daardoor kunnen coöperaties huur relatief laag en stabiel houden, woningen herverdelen om woonzekerheid te bieden en een mix van lage tot middenhuur aanbieden.
Nederland heeft die opbouw voor een groot deel gemist; democratische, collectieve wooninitiatieven zijn hier minder ingebed, zegt Clemens Mol van !Woon. Kritiek op coöperaties is dat ze vooral de middenklasse bedienen. In Amsterdam leveren de meeste projecten momenteel middenhuur, al bestaan er voorbeelden met een mix van sociale en middenhuur (De Nieuwe Meent, Akropolis, De Torteltuin). Mol benadrukt dat coöperaties een aanvulling, geen vervanging zijn voor sociale woningbouw en pleit voor samenwerking tussen sociale verhuurders en coöperaties — iets wat in Zwitserland al vaker gebeurt.
Belemmeringen voor opschaling in Amsterdam zijn onder meer een vergane traditie, schaarse grond, en beleidsmatige schommelingen: het actieplan van 2020 was ambitieus maar is volgens Mol afgezwakt. Mogelijke oplossingen zijn naast nieuwbouw ook transformatie van kantoren en opkoop van bestaande panden. Het Rijk stelde 60 miljoen euro beschikbaar voor een nationaal fonds voor wooncoöperaties, wat gemeenten kan ondersteunen bij het uitgeven van kavels. Stichting !Woon raadt geïnteresseerden aan contact te zoeken met lopende initiatieven en gebruik te maken van cursussen en beschikbare kavelinformatie van gemeente en !Woon.