Waarom worden dieren ziek na het eten van Nederlands klimaatpoeder?

vrijdag, 12 december 2025 (15:49) - Trouw

In dit artikel:

Melkveehouders in Denemarken melden sinds dit jaar massaal gezondheidsproblemen bij koeien nadat de regering het voederadditief Bovaer praktisch verplichtte voor reguliere bedrijven met meer dan vijftig dieren. Bovaer, een wit poeder ontwikkeld door het Nederlandse DSM‑Firmenich, remt de methaanproductie in de koeienmaag: een theelepel per dag zou de methaanuitstoot met zo’n 25 procent verminderen. Wereldwijd krijgen naar schatting een half miljoen koeien het middel; bijna 20 procent van die dieren staat in Nederland.

De Deense maatregel is onderdeel van een ambitieus klimaatplan voor de landbouw. Boeren mogen kiezen tussen andere maatregelen of Bovaer, maar wie niets doet riskeert boetes; daarom stapten veel bedrijven dit najaar over naar het middel. Kort daarna verschenen op sociale media en in interviews meerdere verhalen van boeren die koeien zagen minderen met eten, minder melk zagen geven of ziektes als uierontsteking, diarree en zelfs acute uitval rapporteerden. Kameraden zoals de Nederlander Wesley van Ruitenbeek — die met 200 Jersey‑koeien in Denemarken is gaan boeren — en Rianne Blom (530 koeien) vertelden dat zij dieren zagen verzwakken en dat zij daarom stopten met voeren van het poeder. Ruim 400 Deense boeren hebben officieel klachten ingediend; de overheid schortte de verplichting tijdelijk op voor bedrijven met zieke koeien en startte een onderzoek. Ook in Noorwegen legde het grootste zuivelbedrijf tijdelijk het gebruik stil.

De onrust is opmerkelijk omdat Bovaer al jarenlang in vele landen is getest en gebruikt zonder dat dergelijke gezondheidssignalen breed zijn gerapporteerd. Wetenschappers hebben in meer dan honderd studies geen medische bijwerkingen vastgesteld en Europese toelatingen incluis veiligheidstests gebruikten veel hogere doseringen zonder dierenwelzijnsproblemen. Wageningen‑onderzoeker Jan Dijkstra benadrukt dat de gemelde klachten moeilijk te rijmen zijn met het bestaande bewijs en wijst op mogelijke psychologische en contextuele verklaringen: verplichting en achterdocht kunnen leiden tot een selffulfilling prophecy waarbij boeren eventuele afwijkingen direct aan het middel koppelen. Eerder leidde sociale‑media‑paniek over het poeder in Engeland ook tot complottheorieën en publieke reacties zonder wetenschappelijke basis.

DSM‑Firmenich en enkele experts geven daarnaast een technisch alternatiefscenario: sommige Deense boeren bouwen de nieuw toegevoegde mix met Bovaer niet meteen in de volledige dosering in, maar verhogen die geleidelijker. Volgens het bedrijf kan dat ertoe leiden dat koeien tijdelijk essentiële nutriënten missen die normaal via de complete mix worden aangeleverd, waardoor ze vatbaarder worden voor ziekte. Ook seizoenwisselingen in rantsoenen — overstap van zomer‑ naar wintervoeding — kunnen in die periode gezondheidsklachten veroorzaken en compliceren de interpretatie.

De situatie heeft leidden tot politieke en maatschappelijke reacties: er komt een hoorzitting met de betrokken ministers, vragen zijn gesteld in het Europees Parlement en de Deense Dierenbescherming verzet zich principiëler tegen de verplichting. Die organisatie pleit ervoor eerst beter onderzoek naar dierenwelzijn af te wachten en wijst op een bredere discussie: willen we technische ingrepen in het dier of structurele systeemveranderingen — minder dieren, meer ruimte om te grazen — om uitstoot terug te dringen? De Universiteit van Aarhus start een driejarig onderzoek naar de invloed van methaanremmers op dierenwelzijn.

Het bedrijfsleven heeft gemengde belangen. Zuivelconcern FrieslandCampina promoot Bovaer als een belangrijk instrument om klimaatdoelen (‑30 procent broeikasgas in 2030 t.o.v. 2020) te halen; momenteel gebruikt ongeveer 5 procent van de aangesloten leden het poeder, maar om de doelstellingen te halen zou dat aandeel veel moeten stijgen. Bovaer kost ongeveer een cent per liter melk; op landelijk schaal kan dat financieel aantrekkelijk zijn, maar DSM‑Firmenich erkent dat verplichte invoering weerstand oproept en dat vrijwillige beloningen en stimuleringsmechanismen vaak meer draagvlak creëren.

De kernvraag die uit de Deense crisis naar voren komt, is niet alleen of Bovaer veilig is, maar ook of juridische dwang het juiste instrument is om emissiereductie te bereiken. De lopende onderzoeken en politieke debatten moeten uitwijzen of de gemelde gezondheidsproblemen een direct gevolg van het middel zijn, een samenloop van rantsoenswisselingen en managementfouten, of deels een sociale reactie op gedwongen verandering. Tot die tijd blijft het beeld verdeeld: het poeder heeft potentie voor klimaatwinst, maar de implementatie en het vertrouwen van boeren blijken even cruciaal als de wetenschappelijke dossier.