Waarom we niet moeten overhaasten met het legaliseren van pepperspray

In dit artikel:

Na de moord op de 17-jarige Lisa uit Abcoude overweegt het kabinet om pepperspray te legaliseren als middel voor zelfverdediging. Demissionair minister Van Weel van Justitie zei dat een snelle wetswijziging mogelijk is, omdat 'weerloosmakende stoffen' momenteel onder de Wet wapens en munitie verboden zijn. De publieke reactie is gemengd, met veel positieve geluiden onder burgers.

Patrick Fluyt, bestuurder van politievakbond ACP, waarschuwt voor snelle beslissingen. Hij twijfelt of het vrijgeven van pepperspray echt helpt: het kan van iemand afgenomen worden, politie krijgt er extra last mee en het kan een vals gevoel van veiligheid geven. Ook brengt legalisatie praktische vragen met zich mee — wie krijgt het, hoe hou je toezicht, en hoe zorg je dat mensen het effectief en veilig kunnen gebruiken?

Fluyt wijst erop dat politieagenten speciale training krijgen om onder stress met dergelijke middelen om te gaan; bij burgers verwacht hij niet snel dat zo'n opleiding haalbaar is. Een vergunningensysteem zoals bij jachtwapens noemt hij omslachtig en onpraktisch. Als alternatief pleit hij voor meer inzet op zelfverdedigingscursussen en bredere maatschappelijke aanpak: gedragsverandering en meer burgerbetrokkenheid, zoals de twee Amsterdammers die onlangs een aanranding stopten en de dader overdroegen aan de politie.

Kort gezegd: het politieke debat draait niet alleen om het toestaan van een product, maar om handhaving, training en of legalisatie duurzame veiligheidswinst oplevert of vooral een schijnoplossing is.