Waarom verbonden natuur onmisbaar is in een opwarmend klimaat
In dit artikel:
Langs de Waal bij Nijmegen, in de Gelderse Poort, is sinds ongeveer 2007 de zuidelijke boomsprinkhaan aanwezig: een duidelijk teken dat opwarming van het klimaat het leefgebied van zuidelijke soorten naar het noorden verschuift. De sprinkhaan illustreert hoe soorten zich generatie na generatie nieuwe gebieden kunnen toe-eigenen wanneer losse natuurgebieden met elkaar worden verbonden. In dit gebied werken al meer dan dertig jaar projecten aan het bijeenbrengen van versnipperde natuur, waardoor rivieruiterwaarden fungeren als corridors waarlangs soorten noordwaarts kunnen trekken.
De verschuiving van soorten is niet uniek voor de sprinkhaan. Meerdere zuidelijke vogels, vlinders en spinnen — zoals cetti’s zanger, grote weerschijnvlinder, veldwespen en wespspinnen — hebben Nederland recentelijk als nieuwe leefplek gekozen. Ook ondergrondse zaden en noten die lang dormeerden, krijgen door hogere temperaturen ineens kans om te ontkiemen; jonge walnootbomen schieten op sommige plaatsen op. In bossen veranderen samenstellingen: zuidelijke struiken als wollige sneeuwbal verschijnen en binnen populaties winnen warmteresistente individuen het als de omstandigheden droger en heter worden.
Voor natuurlijke aanpassing zijn twee voorwaarden essentieel. Ten eerste moet natuur de fysieke mogelijkheid hebben om zich te verplaatsen: veel soorten stranden nu op linten landbouwgrond, wegen en bebouwing en missen veilige doorgangen. Ten tweede moet de samenleving bereid zijn die beweging te tolereren: in rewildinggebieden zoals de Gelderse Poort wordt niet geprobeerd om een historisch plaatje te herstellen, maar krijgen natuurlijke processen ruimte om nieuwe, dynamische ecosystemen te vormen — zogenoemde “novel ecosystems” — die zich beter kunnen aanpassen aan de huidige klimaatrealiteit.
Rewilding werkt volgens ecologen als een structureel, langdurig instrument om biodiversiteit te genereren en te behouden. Grote, aaneengesloten natuurgebieden bieden daarnaast klimaatvoordelen: ze houden water vast waardoor overstromingen worden gedempt, beperken droogtes, koelen lokaal en slaan veel CO2 op in bodem en planten. Dat maakt verbonden, wilde natuur een onmisbaar onderdeel van een bredere klimaatstrategie, al vervangt het geen urgente uitstootreductie van fossiele brandstoffen.
De zuidelijke boomsprinkhaan functioneert in het artikel als symbool: waar we natuur verbinden en natuurlijke dynamiek ruimte geven, vergroten we de kans dat soorten zichzelf kunnen herverdelen en overleven in een veranderend klimaat — tot voordeel van de natuur en uiteindelijk ook van mensen. De tekst is opgesteld door ARK Rewilding Nederland.