Waarom STEM-opleidingen steeds minder populair zijn: "Gebrek aan vernieuwingsdrang bij schooldirecties"
In dit artikel:
In Vlaanderen dalen de inschrijvingen voor STEM-richtingen sterk. Onderwijzers, schoolleiders en leerlingen wijzen op een mix van oorzaken: te weinig bekendheid en een negatief imago, de hoge kosten om praktische opleidingen uit te bouwen en een gebrek aan vernieuwingszin bij directies. Daardoor zijn de voorbije jaren ook meerdere STEM-opleidingen geschrapt, wat de daling versterkt.
Wie en wat: Maggy Vankeerberghen (coördinerend directeur van scholengroep UN!K) noemt twee belangrijke redenen: beperkte interesse bij leerlingen (STEM wordt vaak als ‘plan B’ gezien) en het feit dat scholen dure infrastructuur nodig hebben en bij te lage instroom opleidingen stopzetten. Leraar Stijn Slegers (VITO Hoogstraten) benadrukt dat veel ouders STEM nog verkeerd inschatten en denken dat doorstroming naar het hoger onderwijs moeilijk is — terwijl cijfers uit de STEM-monitor het tegendeel aantonen: veel leerlingen stromen succesvol door naar bijvoorbeeld burgerlijk of industrieel ingenieur. Leerling Joni (17), nu in mechatronica, illustreert dat vroeg kennismaken op lagere school haar keuze positief beïnvloedde.
Waarom het probleem bestaat: STEM-vakken lijken bij het publiek soms minder prestigieus doordat het beeld focust op praktisch en technisch werk in plaats van op theoretische doorstroom naar aso. Daarbij komt dat praktische vakken vaak dezelfde wiskunde en wetenschappelijke inhoud aanbieden maar dan toegepasster — iets wat onvoldoende bekend is. Financiële drempels voor apparatuur en labo’s maken dat scholen bij lage leerlingenaantallen richtingen schrappen.
Voorstellen en voorbeelden van wat wél werkt: Vankeerberghen pleit voor een geïntegreerde, vraaggestuurde aanpak: STEM-onderwijs rond actuele maatschappelijke onderzoeksvragen (bijv. klimaat) en nauwe samenwerking met lokale bedrijven. Zo’n projectmatige aanpak doorbreekt vakgrenzen, geeft praktijkervaring en kan bedrijven betrekken in financiering en stages. Het Bernardustechnicum in Oudenaarde wordt aangehaald als goed voorbeeld van succesvolle bedrijfs-samenwerking.
Duaal leren als succescase: SyntraPXL in Limburg toont dat een sterke link tussen school en werkveld aanslaat: hun duale STEM-opleidingen (Pelt, Hasselt, Genk) zagen het aantal leerlingen met meer dan 10% stijgen ten opzichte van vorig jaar. Coördinator Pieter Sybers wijst op hogere motivatie en betere doorstroom naar duurzame jobs wanneer bedrijven actief meebouwen aan de opleiding. Vlaanderen streeft naar 40% leerlingen in STEM tegen 2030; SyntraPXL bereikte die doelstelling al in haar trajecten, wat als inspiratie geldt voor het bredere onderwijsveld.
Kernconclusie: Meer reclame alleen volstaat niet. Nodig is vroegtijdige kennismaking, ouder- en perceptiebeleid, durf van schooldirecties om nieuwe modellen te proberen, en structurele samenwerking met het bedrijfsleven — daarmee kunnen zowel het imago, de financiering als de aansluiting op de arbeidsmarkt verbeterd worden.