Waarom Rob Jetten terecht politicus van het jaar is en waarom dat links pijn moet doen
In dit artikel:
Rob Jetten is door de auteur terecht gekozen tot politicus van het jaar omdat hij iets deed wat in Nederland schaars is geworden: hij claimde politieke ruimte en vulde het centrum met een herkenbare koers. Terwijl GroenLinks en PvdA verstrikt raakten in voorzichtigheid, fusiediscussies en interne afwegingen, profileerde D66 zich onder Jetten als de redelijke, progressieve bestuurderspartij — precies die rol die de PvdA eerder vervulde maar nu liet liggen.
Als gevolg daarvan zijn veel kiezers die inhoudelijk bij links thuishoren niet per se naar rechts bewogen, maar naar D66 gegaan uit verlangen naar stabiliteit, regie en duidelijk leiderschap. Jetten zag dat de VVD het politieke midden naar rechts trok en dat het links-midden onbenut bleef; hij greep die ruimte strategisch en met succes.
Die strategie heeft echter twee kanten. Enerzijds neutraliseert D66 links niet door confrontatie maar door het centrum over te nemen, waardoor een inhoudelijk vacuüm ontstaat aan linkse zijde. Anderzijds draagt Jettens middenpositie een intern risico: wie voortdurend bindt moet op den duur keuzes maken. In een gefragmenteerd politiek veld leidt bestuurlijke redelijkheid makkelijk tot perceptie van besluiteloosheid zodra er echte trade-offs komen.
Een extra spoiler: samenwerking met JA21 zou het dilemma vergroten. Het biedt misschien formatieruimte op korte termijn, maar kan het vertrouwen van progressieve kiezers ondermijnen omdat politiek-pragmatische samenwerking met rechtse partijen wordt gezien als normalisering van rechtse reflexen.
Kortom: Jettens succes legt evenzeer een verwijt bloot richting GroenLinks-PvdA — zij hebben kiezers weggegeven door conflicten en machtsvragen te vermijden — en vormt een waarschuwing voor Jetten zelf: het midden innemen vereist uiteindelijk het durven kiezen. Wie vandaag het centrum bezet, bepaalt morgen wie er politiek meetelt.