Waarom Nederland nog steeds tonnen schroot naar India en China verscheept, ondanks eigen toprecyclebedrijven
In dit artikel:
Demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen (VVD) schuift de nadruk op de circulaire economie naar economische haalbaarheid en geopolitieke onafhankelijkheid. Tijdens een bezoek aan metaalrecycler Myne in Harderwijk presenteerde hij het vernieuwde Nationaal Programma Circulaire Economie en benadrukte hij dat kringlopen moeten renderen voor bedrijven en minder afhankelijk mogen maken van onbetrouwbare landen, mede door gestegen spanningen in de wereldhandel (bijvoorbeeld tussen China en de VS).
Myne fungeerde als voorbeeld van een commerciële succesformule: het bedrijf haalt koper en aluminium terug, draait AI-gestuurde sorteerlijnen en behaalt circa 400 miljoen euro omzet per jaar. Samen met de TU Delft ontwikkelt Myne technieken om ook zeer kleine metaaldeeltjes te scheiden door oplossen in vloeistof en magnetische scheiding. Dergelijke investeringen zijn voor gevestigde spelers haalbaar, maar voor start-ups vrijwel onbetaalbaar, aldus Myne-eigenaar Martijn van de Poll.
Tegelijkertijd worstelt plasticrecycling: de prijs van virgin plastic is zo laag dat veel recyclers verlies lijden. Grootbedrijf Umincorp uit Rotterdam ging failliet; Myne nam machines, patenten en enkele medewerkers over en wil kabelplastic pas grootschalig verwerken als de EU-bijmengverplichting in 2030 verplicht recyclede materialen in producten opneemt. Die regel wordt gezien als cruciaal om structurele vraag naar gerecycled plastic te creëren.
De Nederlandse ambitie om het grondstoffengebruik in 2030 met de helft te verminderen lijkt twijfelachtig. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) noemde het doel in februari „heel erg onwaarschijnlijk” en waarschuwt dat er een groot gat zit tussen ambities en beschikbare middelen. Aartsen laat subsidies geleidelijk afnemen en zet in op het stimuleren van vraag binnen Europa (via Brussel) en op businesscases die op eigen benen kunnen staan; daarnaast werkt zijn ministerie met Klimaat en Groene Groei aan een overbruggingsregeling van 20 miljoen euro voor recyclingbedrijven in probleemsectoren.
Een ander knelpunt is dat veel schroot en koper nog steeds naar Azië gaat, waar hogere prijzen en lage invoerheffingen (bijvoorbeeld in India) aantrekkingskracht uitoefenen. Voor Nederlandse recyclers is verschepen soms goedkoper dan binnenlands transport; strengere Europese regels voor afvalexport zouden die concurrentie kunnen verminderen. Myne pleit voor meer binnenlandse verwerking en hergebruik — idealiter zouden autofabrikanten zoals BMW in Europa nieuwe onderdelen kunnen maken van ingezamelde wieldoppen.
Kortom: de Nederlandse aanpak verschuift naar marktgericht beleid en het creëren van Europese vraag naar gerecycled materiaal, met technologische innovaties bij kopers als Myne als lichtpunt, maar met aanzienlijke uitdagingen rond financiering, plastics en externe concurrentie uit Azië.