Waarom liep het toch zo uit de hand in Beverwijk? 'Moeten weten wat online speelt onder jongeren'
In dit artikel:
In Beverwijk, Heemskerk en Haarlem leidden filmpjes van bommen op scholen en bedreigende teksten op sociale media tot voorzorgsmaatregelen: scholen gingen dicht en sporttrainingen werden afgelast. Zaterdag verliep rustig, maar er is onrust over de vraag hoe duurzaam die kalmte blijft. Jeugdcriminoloog Jeroen van den Broek plaatst de incidenten in een bredere trend: online communicatie speelt tegenwoordig een doorslaggevende rol bij jeugdoverlast, waardoor spanningen zich sneller verspreiden en incidenten kunnen escaleren.
Van den Broek signaleert bovendien dat een relatief kleine groep jongeren zich lijkt te verharden en dat jongeren zich op steeds jongere leeftijd bij dergelijke netwerken aansluiten. Dat patroon staat niet los van bredere maatschappelijke polarisatie, aldus de criminoloog; jeugdgedrag weerspiegelt vaak wat er ook onder volwassenen gebeurt. Hoewel geweld tussen jongeren in die regio’s niet nieuw is, schokt de expliciete en extreme inhoud die op sociale media circuleert.
Het besluit om scholen preventief te sluiten noemt Van den Broek uitzonderlijk en begrijpelijk vanuit lokaal veiligheidsinzicht, maar ook riskant als standaardinstrument: het kan anderen op ideeën brengen om schoolsluitingen te forceren. Hij benadrukt dat sluitingstactieken zuinig en alleen als laatste redmiddel ingezet moeten worden.
Als oplossing pleit hij voor erkenning van de hybride realiteit waarin online en offline elkaar versterken. Politie, boa’s en gemeenten zouden zicht en aanwezigheid moeten krijgen in digitale omgevingen waar jongeren zich bevinden, zodat escalaties vroegtijdig gesignaleerd en tegengegaan kunnen worden. Huidige wettelijke kaders schieten tekort: reclassering en toezichthouders kunnen bijvoorbeeld wel telefoontechnische beperkingen opleggen, maar hebben onvoldoende middelen om naleving te controleren. Van den Broek waarschuwt tegen totale surveillance van appgroepen, maar vindt dat er gerichte bevoegdheden moeten komen om relevante online signalen te kunnen volgen, met respect voor privacy.
Kortom: de digitale verspreiding van dreigingen verandert de dynamiek van jeugdconflicten en vraagt volgens deskundigen om vernieuwde, proportionele en privacybewuste instrumenten van toezicht en preventie.