Waarom iedereen op links zou moeten stemmen en het toch niet doet
In dit artikel:
De auteur waarschuwt dat het huidige neoliberale bestel in Nederland de samenleving op termijn uiteenrijt en pleit voor een veel stevigere belasting van de rijken en grote bedrijven. Tijdens de huidige verkiezingscampagne ligt de aandacht volgens hem vooral op immigratie, terwijl de echte sociaaleconomische problemen — stijgende huizenprijzen, schaarste aan betaalbare huurwoningen, ongelijkheid, klimaatkosten en militaire uitgaven — door het economische systeem zelf worden veroorzaakt. Als illustratie worden twee videobronnen genoemd: een visuele “landkaart” van de neoliberale economie (Carlijn Kingma) en een interview met ex-bankier Gary Stevenson bij Tegenlicht; de film Elysium wordt gebruikt als dystopische vergelijking voor wat kan gebeuren als ongelijkheid ongebreideld blijft groeien.
Kern van het betoog is dat het politieke debat deze systemische oorzaken negeert en in plaats daarvan “losers” de schuld geeft — mensen die in de praktijk worden weggedrukt door marktkrachten die vermogens en vastgoed bevoordelen. De schrijver stelt dat het schrappen van voorrangsregels voor statushouders nauwelijks effect zou hebben op de wachttijden (maximaal zo’n anderhalve maand), terwijl grote vermogens en beleggingen in vastgoed structureel de huizenprijzen oppompen en de toegang tot wonen voor brede groepen ondermijnen.
Politiek gezien ziet de auteur weinig ruimte voor echt linkse hervormingen: de realistische optie is volgens hem een GL–PvdA-deelname in een kabinet waarmee het rechtse beleid mogelijk iets gemilderd wordt, maar een radicaal herontwerp van de economie onwaarschijnlijk blijft. Peilingen tonen volgens het stuk dat blok D66–CDA–VVD samen een pluk zetels heeft; de vraag is of zij kiezen voor samenwerking met extreemrechts (JA21) of met GL–PvdA. Een diepgaand links beleid dat vermogen echt zwaarder belast, ziet de schrijver alleen nog bij de SP terug als levensvatbare optie.
De standpunten van partijen rond vermogensbelasting worden kort vergeleken: D66, GL–PvdA en CU noemen een “miljonairsbelasting” boven circa €1 miljoen zonder scherpe drempels; Bij1 pleit in woorden voor zeer hoge heffingen boven een limiet maar zonder concrete uitwerking; de SP heeft een uitgewerkt model met een vrijstelling tot €5 miljoen, 5% belasting over inkomens tussen €5–50 miljoen en een plafond waarbij alles boven €50 miljoen naar herverdeling gaat. De auteur vindt dat stemmen op de SP het beste middel is voor wie een inclusieve samenleving wil beschermen.
Als oplossing pleit het stuk voor het begrenzen van de neoliberale marktlogica: meer publieke sturing van basisvoorzieningen (zorg, energie, openbaar vervoer, woningbouw), invoering van een basisinkomen en zwaardere belasting van vermogen en multinationals. Alleen zulke maatregelen, betoogt de auteur, kunnen voorkomen dat het principe “recht van de sterkste” de norm wordt en toekomstige generaties ernstige schade ondervinden. Empathie en solidariteit moeten volgens hem weer leidend worden in plaats van individualistisch winstdenken.