NU+ | Waarom het zo lastig is om drones te onderscheppen: 'Alles heeft gevaren'
In dit artikel:
Bij Belgische militaire terreinen en vliegvelden zijn de afgelopen dagen herhaaldelijk verdachte drones waargenomen, maar autoriteiten slaagden er niet in die te identificeren of neer te halen. Zondagavond werden objecten gezien boven Kleine-Brogel — de militaire basis waar Amerikaanse kernwapens liggen — na een eerdere waarneming op diezelfde locatie. Defensieminister Theo Francken noemde spionage als mogelijke verklaring, maar bevestiging ontbreekt omdat detectie en identificatie niet lukten. De politie probeerde de vermeende drones met een helikopter te achtervolgen; dat mislukte.
Experts wijzen erop dat visuele meldingen vaak misleidend zijn. Wiebe de Jager van Dronewatch vergelijkt de meldingen met eerdere valse alarmen bij Europese luchthavens: in Denemarken werden bijvoorbeeld een ster en een trainingsvliegtuig onterecht voor drones gehouden, en bij Schiphol bleek een melding waarschijnlijk een ballon. De Jager vindt het opvallend dat de Belgische waarnemingen ‘s nachts met lichten vlogen — onpraktisch voor spionage.
Defensiespecialist Bart van den Berg legt uit dat het proces al bij de basis hapert: detecteren dat er iets in de lucht is en vervolgens vaststellen wat het precies is (vogel, hobbydrone, langeafstandswacht) faalt vaak door traagheid of ontbrekende apparatuur. Daardoor is ingrijpen nog lastiger.
Als het wél om vijandige drones gaat, zijn er meerdere tegenmaatregelen, maar geen perfecte oplossing. Jamming om het contact tussen drone en bestuurder te verbreken werd in België geprobeerd, maar storen kan ook ongewenste bijeffecten hebben, zoals verstoring van telecomnetten of communicatie met bemande vliegtuigen. Bovendien zijn niet alle drones gevoelig voor stoorzenders en is het bereik beperkt. Neerschieten brengt risico’s door rondvliegend puin; vangnetten en lasers zijn nog experimenteel en ook risicovol.
Kortom: na waarnemingen boven gevoelige locaties blijft onduidelijkheid bestaan. Detectie- en identificatietechnologieën en veilige onderbrekingsmethoden schieten tekort, waardoor zowel vals alarmen als daadwerkelijke bedreigingen moeilijk te onderscheiden en te neutraliseren zijn.