Waarom het lijkt alsof de regering-De Wever het protest van de vakbonden gewoon naast zich neerlegt
In dit artikel:
Tienduizenden betogers — vakbonden en middenveldorganisaties — trekken vandaag door Brussel uit protest tegen de ingrijpende hervormingen van de regering-De Wever. Hoewel de demonstratie omvangrijk is, is de verwachting dat de regering er weinig van zal afwijken: politieke keuzes worden vandaag vaker door inhoudelijke meerderheden en regeerakkoorden bepaald dan door straatprotest alleen.
Volgens Nicolas Bouteca, politicoloog aan de UGent, zijn de banden tussen partijen en vakbonden nog niet volledig doorgesneden, maar ze zijn wel verzwakt. Historisch vormden vakbonden vaste electorale pijlers binnen verzuilde partijen; die automatische kiezersbinding bestaat nu veel minder. Kiezers zijn volatieler geworden en stemmen minder voorspelbaar, waardoor partijen vakbonden minder als betrouwbare partners zien en dus ook minder geneigd zijn om naar hen te luisteren.
Die verschuiving werkt twee kanten op: vakbonden rekenen steeds minder op politieke bescherming van traditionele bondspartijen. Het ACV staakt tegenwoordig ook tegen regeringen waarin CD&V participeert; het ABVV doet hetzelfde tegenover coalities met socialistische affiniteit. Dat staat haaks op vroegere periodes, bijvoorbeeld de jaren 60 en 80, toen vakbonden en partijen vaker samen onderhandelden — bekend zijn de onderhandelingen onder Wilfried Martens in Poupehan — en het middenveld een centrale rol speelde in beleidsafspraken.
Een andere oorzaak is de opkomst van partijen als N-VA en MR, die het primaat van de politiek benadrukken: verkozen politici hebben volgens hen het mandaat om beslissingen te nemen, zonder dat middenveldactoren dat altijd kunnen blokkeren. Regeerakkoorden scheppen bovendien stabiliteit binnen coalities; inroepen op straatprotesten kan die interne evenwichten verstoren, waardoor kabinetten terughoudend reageren.
Toch verliezen vakbonden niet alle invloed. Ze blijven agenda’s bepalen en alternatieve beleidsvoorstellen naar voren schuiven — van miljonairstaksen tot het terugschroeven van subsidies op fossiele brandstoffen — en functioneren zo als tegenstem tegenover het dominante beleidsdiscours. Bovendien zoeken zij naar nieuwe manieren om leden te mobiliseren en publiek debat te beïnvloeden, ook al is het lidmaatschap niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger.