Waarom genocide-uitspraak van VN-commissie Israël onder internationale druk zet: 'Landen moeten kleur bekennen'
In dit artikel:
Een door de VN-Mensenrechtenraad ingestelde onderzoekscommissie concludeert dat Israël zich in Gaza schuldig maakt aan daden die voldoen aan de definitie van genocide. De uitspraak verschijnt op de dag dat Israël een grondoffensief in Gaza-Stad is begonnen en richt zich op het geweld na de Hamas‑aanval van 7 oktober 2023. Het rapport van 72 pagina’s somt onder meer massale moorden, blokkades van humanitaire hulp, gedwongen verplaatsingen en grootschalige vernietiging van infrastructuur op als bewijs van een campagne met het doel de Palestijnse groep in Gaza (deels) te vernietigen. Volgens de commissie zijn vier van de vijf kernhandelingen van genocide aanwezig: moord, zwaar lichamelijk of psychisch letsel, opzettelijke aantasting van overlevingskansen en maatregelen die geboortes tegengaan; alleen voor het systematisch gedwongen overplaatsen van kinderen vindt de commissie geen overtuigend bewijs.
De onafhankelijke ‘Internationale Commissie voor Onderzoek in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, en Israël’ werd in 2021 door de Mensenrechtenraad ingesteld. Het panel wordt geleid door voormalige hoge rechters en ervaren mensenrechtenexperts, onder wie Navi Pillay (voorheen rechtbanken in Rwanda en het Internationaal Strafhof), Miloon Kothari en Chris Sidoti. Pillay formuleert het oordeel kernachtig: „Er vindt genocide plaats in Gaza”, en ze legt de verantwoordelijkheid bij de hoogste Israëlische autoriteiten.
Hoewel dit de zwaarste internationale veroordeling tot nu toe is, spreekt de commissie niet namens de hele VN; de Mensenrechtenraad kan de bevindingen overnemen of verwerpen, en het Veiligheidsorgaan of de Algemene Vergadering kunnen daar weer anders op reageren. Het rapport zet extra druk op andere organen, waaronder het Internationaal Gerechtshof, waar Zuid‑Afrika een genocideprocedure tegen Israël heeft lopen; eerder bepaalde het hof al dat Israël maatregelen moet nemen om een genocide te voorkomen.
Reacties bij staten lopen uiteen: sommige landen zoals Ierland en Spanje hebben al scherpere taal gebruikt, terwijl Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk terughoudender blijven — mede beïnvloed door historische gevoeligheden. Israël verwerpt alle aantijgingen en noemt het rapport onjuist en door Hamas beïnvloed. Mensenrechtenwetenschappers wijzen erop dat de uitspraak politieke consequenties kan hebben — bijvoorbeeld voor wapenleveranties of economische sancties — en dat vooral de positie van de Verenigde Staten cruciaal is: zonder Amerikaanse steun zou Israël strategisch verzwakken. De kwestie vormt tegelijk een politieke toets voor westerse landen: erkennen en handelen volgens het rapport of afwachten, met risico’s voor de geloofwaardigheid van het internationale rechtssysteem.