Waarom fascisten nooit fascisten genoemd willen worden

zaterdag, 18 oktober 2025 (13:54) - Joop

In dit artikel:

In Nederland groeit het steunveld voor autoritair, extreemrechts gedachtegoed: ongeveer een kwart van de kiezers legt zijn hoop bij partijen die sterk nationalistisch en anti-immigratie georiënteerd zijn. De grootste van die partijen werkt feitelijk met donateurs in plaats van een traditioneel ledenbestand. Op straat ontstaat daarbij geweld: groepen plegen vernielingen onder het mom van etnische zuiverheid, vooral waar gemeentebesturen over de komst van azc’s vergaderen — een beeld dat alleen te vergelijken is met acties van de Weerafdeling van de NSB in Amsterdam in de herfst van 1940.

Politieke figuren als Geert Wilders en enkele medestanders gebruiken verbaal overwicht en intimidatie om debatten te domineren. Ze onderbreken tegenstanders, herhalen boodschappen en presenteren zichzelf als de enige spreekbuis van “het volk”, terwijl media hen vaak nog wegzetten als ‘bezorgde burgers’. Tegelijkertijd verzetten deze politici zich fel tegen het label ‘fascist’ of ‘racist’ — deels omdat de historische uitkomst van fascisme (vernietiging en nederlaag) hen onmiskenbaar in diskrediet zou brengen.

De schrijver benadrukt dat het belangrijk is om die overeenkomsten en risico’s te benoemen en niet weg te poetsen met termen als ‘Godwin’ om kritiek te intimideren. Verder moet de publieke aandacht blijven op gevoeligheden als het toeslagenschandaal en de problematiek rond de Groningse gaswinning. De auteur noemt de PVV expliciet een extreemrechtse partij en verwijst ter verdieping naar de podcast Het Geheugenpaleis, waarin politiek-historische context wordt besproken.