Waarom Europa niet Trumps boksbal hoeft te zijn
In dit artikel:
16 september 2025 — Kort na het sluiten van het Amerikaans‑Europese handelsakkoord escaleert de spanning: president Donald Trump dreigt het verdrag te ondermijnen als reactie op Europese maatregelen tegen Big Tech. Brussel strenger optreedt tegen bedrijven als Google, Meta en X — met miljardenboetes en nieuwe regels om marktmacht, belastingontwijking en verspreiding van extreemrechts tegen te gaan — zet Washington volgens het stuk meteen het vergrootglas op. Er wordt gesproken over sancties tegen Europese politici, extra invoerheffingen en zelfs over het terugschroeven van Amerikaanse steun in veiligheidsvraagstukken.
De auteur waarschuwt dat Trumps aanpak voorspelbaar is: zijn bestuur biedt precies genoeg steun om gehoorzaamheid af te dwingen, maar te weinig om Europa echt veilig te houden. Europese leiders zoals Macron, Merz en Rutte zouden te veel bezig zijn met vriendelijkheid richting Washington en te weinig met een autonome strategie. In plaats van passief te blijven, pleit de tekst ervoor dat Europa zijn eigen machtsmiddelen onderzoekt en benut: als grootste en rijkste afzetmarkt ter wereld heeft de EU duidelijke economische hefboommogelijkheden, vooral omdat Amerikaanse techbedrijven substantieel op Europese consumenten en inkomsten leunen.
Een concreet voorbeeld is het beleid tegenover China. De EU volgde Amerikaanse verzoeken, bijvoorbeeld rond de verkoopbeperkingen van ASML‑apparatuur uit Veldhoven, maar de auteur vraagt zich af waarom die boycots gehandhaafd moeten worden als de relatie met de VS toch verzuurt. Tegelijk wordt benadrukt dat China onder Xi een groter bedreiging vormt qua autoritarisme, economische dumping en geopolitieke manoeuvres — de suggestie om Peking als bondgenoot tegen Washington te zien wordt daarom scherp gekaderd en niet als simpel alternatief gepresenteerd.
De centrale aanbeveling: in plaats van klagen over Amerikaanse dominantie zou Europa beter zijn marktkracht en regulerende instrumenten moeten inzetten om tussen Washington en Beijing te laveren, en zo concessies af te dwingen. Afsluitend doet de auteur een expliciete oproep aan kiezers om bij de komende verkiezingen te kiezen tegen wat hij ziet als collaboratie met autoritaire of wilskrachtige leiders: stem antifascistisch, stem tegen serviele politiek richting de grote mogendheden.