„Waar D66 wellicht het hoofd vormt, is het CDA toch zeker de nek waarop het formatieproces draait"
In dit artikel:
Roelof Bisschop (SGP) zegt zich zorgen te maken over de politieke winst van D66 en de gevolgen daarvan voor medisch-ethische vraagstukken. Hij was verrast door de verkiezingsuitslag en ziet D66 recentelijk strategisch beleidsverschuivingen maken (bijvoorbeeld in het asieldebat en door zich als brede volkspartij te presenteren), maar denkt dat de partij inhoudelijk nog steeds dezelfde richting heeft. Daardoor vreest hij dat met D66 aan het roer beleid over bijvoorbeeld abortus en levensbeschouwelijke kwesties „uit de bocht kan vliegen”; hij wijst ook op navolging door links in de Kamer en de linkerflank van de VVD.
Over de formatie is Bisschop relatief positief: ondanks het ongelukkige vertrek van informateur Wopke Hoekstra-collega Wijers ervaart hij dit proces als „gestructureerd”, met weinig lekken en minder rompslomp dan in eerdere formaties. Hij denkt dat het weghalen van de koning uit het formatieproces heeft bijgedragen aan die rust. Tegelijk benadrukt hij dat het CDA en de VVD sleutelposities hebben; het CDA zou de „nek” zijn waarop het formatieproces draait, en moet op medisch-ethisch terrein standvastig blijven — Bisschop raad het CDA aan „poot stijf” te houden en niet mee te buigen.
Wat het reformatorisch onderwijs betreft, is Bisschop niet pessimistisch: het verdwijnen van die stroming acht hij onwaarschijnlijk. Hij wijst op artikel 23 van de Grondwet, dat onderwijsvrijheid beschermt, en verwacht dat de overheid onmogelijk docenten kan verbieden bijbelse normen te onderwijzen zonder brede verontwaardiging. Wel waarschuwt hij dat als gelijkheidsbepalingen zwaarder gaan wegen, dat de onderwijsvrijheid kan uithollen; scholen moeten alert blijven en zich niet laten verlammen door angst. Hij stoort zich aan fatalistische formuleringen over het voortbestaan van reformatorisch onderwijs en vindt dat men simpelweg dankbaar moet zijn dat het een grondrecht is.