VVD'er Van der Burg ontmaskerd: scheldt NSC'ers uit voor "teringlijers" en noemt Ouwehand "kutwijf"
In dit artikel:
VVD-Kamerlid Eric van der Burg veroorzaakte deze week ophef tijdens het Gazadebat in de Tweede Kamer door medewerkers van NSC op grove wijze te beledigen en later fractieleider Esther Ouwehand met een vulgaire term aan te spreken. Het incident ontstond nadat NSC bekendmaakte het kabinet te verlaten; NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven sprak Van der Burg daarover aan, waarna hij later zijn excuses aanbood. Omstanders konden zijn woorden ook aflezen toen hij wegliep uit een woordenwisseling met Ouwehand.
Het voorval contrasteert scherp met Van der Burgs eerdere verontwaardiging op X over “slechte omgangsvormen” toen Frans Timmermans iemand een huichelaar noemde, en wordt door het artikel gepresenteerd als bewijs van hypocrisie. Van der Burg probeerde het gedrag later te bagatelliseren door het “dom” te noemen en zichzelf een “sukkel” te noemen, maar critici zeggen dat dat de kern niet verandert.
De zaak wordt geplaatst in een breder kader: onderzoek van de Universiteit Utrecht wijst volgens het stuk uit dat pesten, schreeuwen en sabotage regelmatig voorkomen binnen politieke toplagen, waardoor Den Haag minder een keurige bestuurskamer is en meer een plek van persoonlijke aanvallen. Ook wordt herinnerd aan Van der Burgs rol als staatssecretaris rond de omstreden Spreidingswet en zijn harde asielbeleid, waarmee zijn publieke boodschap over verdraagzaamheid volgens het artikel niet rijmt met zijn gedrag in de Kamer.
De schrijver concludeert dat dit incident exemplarisch is voor een cultuurprobleem binnen de politiek en pleit voor meer bestuurlijke volwassenheid en respect in het parlement.