VVD is bijna blut, voert verplichte ledenbijdrage in
In dit artikel:
De VVD overweegt haar krappe partijkas te vullen door van alle politici die namens de partij een functie vervullen een verplichte afdracht te eisen. In een interne e-mail staat een voorstel om 3,5 procent van het inkomen uit die functie — van ministers en staatssecretarissen tot Kamerleden, provinciebestuurders, burgemeesters, wethouders en raadsleden — aan de partij af te dragen.
De aanleiding is financieel: na verlies van veel zetels sinds 2021 liep de rijksbijdrage terug, terwijl campagnekosten en het partijapparaat duurder worden. De VVD heeft al voor circa 800.000 euro bezuinigd, maar voorziet toch bijna 1 miljoen euro tekort in 2025. Het bestuur erkent dat verplichte afdracht moeilijk te rijmen is met liberale uitgangspunten, maar noemt de maatregel een noodgreep.
Andere partijen hanteren vergelijkbare regelingen: de SP incasseert salarissen rechtstreeks, het CDA vraagt 3 procent, D66 6 procent en GroenLinks-PvdA werkt met een progressief tarief tot 10 procent. Volgens berekeningen zouden VVD-Tweede Kamerleden bij invoering maandelijks bruto ongeveer €411,25 afdragen en ministers €511,86; omdat het als gift geldt is het fiscaal aftrekbaar en inclusief de gebruikelijke contributie.
Het voorstel staat gepland voor discussie tijdens de ledenvergadering op 13 december. Al nu barst de discussie los, vooral onder lokale bestuurders die zich kritisch en sarcastisch uiten over de maatregel en de slogan ‘Rust in de portemonnee’. Mogelijke gevolgen zijn interne onvrede en debat over financiële houdbaarheid versus liberale principes.