VS wil af van rapportageplicht broeikasgassenuitstoot voor duizenden bedrijven

In dit artikel:

De Amerikaanse milieudienst EPA stelt voor om de verplichte rapportage van broeikasgasuitstoot door grote vervuilers te schrappen. Het gaat om ongeveer 8.000 bedrijven — waaronder energiecentrales, staal- en kunstmestfabrieken — die samen circa 85–90% van de Amerikaanse industriële uitstoot voor hun rekening nemen. De plicht om sinds 2009 jaarlijks CO2-uitstoot te registreren en te melden wordt volgens het voorstel naar verwachting volgend jaar formeel ingetrokken.

Critici waarschuwen dat met het verdwijnen van die verplichting een belangrijk instrument voor transparantie en verantwoording verloren gaat: zonder betrouwbare cijfers wordt het moeilijker om bedrijven aan te spreken op hun bijdrage aan klimaatverandering. Sinds de invoering van de regels daalde de industriële uitstoot in de VS met ongeveer 20%, vooral door sluiting van kolencentrales.

Lee Zeldin, door president Trump aangesteld als hoofd van de EPA, verdedigt het besluit als verlichting van wat hij noemt "bureaucratische rompslomp" en stelt dat het bedrijven miljarden bespaart en de Amerikaanse energiepositie versterkt. Zijn standpunt past in de bredere koers van de regering om klimaatreguleringen te versoepelen.

Niet alle meldplichten verdwijnen: rapportage over methaanuitstoot blijft gelden dankzij wetgeving uit 2022, maar Republikeinse voorstellen (de zogenaamde 'Big Beautiful Bill') schuiven ook die verplichting voor olie- en gasbedrijven naar 2034. Bovendien wil de regering twee NASA-satellieten die broeikasgassen vanuit de ruimte meten uitschakelen of vernietigen, terwijl Europese alternatieven nog jaren nodig hebben om vergelijkbare data te leveren. Het voorstel markeert daarmee een flinke verzwakking van zowel nationale als ruimtelijke monitoringsinstrumenten voor broeikasgassen in de VS.