Vrouwen als Rayaan en Esmah Lahlah die zelf bepalen wat ze dragen, het blijft lastig
In dit artikel:
De auteur reageert op een opiniestuk van Izz ad-Din Ruhulessin op Joop, geschreven in de nasleep van de moord op Rayaan al‑Najjar, en keurt zowel de moord als de manier van reageren ervan af. Waar Ruhulessin Esmah Lahlah publiekelijk voorstelt te kiezen — in de praktijk: haar hoofddoek afdoen als bewijs van solidariteit met het slachtoffer — waarschuwt de schrijver dat zo’n eis zelf een vorm van dwang is die vrouwen hun autonomie ontneemt.
Belangrijkste punten:
- Wie en waar: het debat speelt zich af in Nederlandse media; betrokkenen zijn de vermoorde Rayaan al‑Najjar, columnist Ruhulessin en publiek persoon Esmah Lahlah.
- Wat: Ruhulessin eist symbolische afstandname (hoofddoek af) van Lahlah; de auteur betoogt dat dit Lahlah tot een vernederende keus dwingt en moslimvrouwen als groep stigmatiseert.
- Waarom het problematisch is: het gebruik van Rayaan’s dood om andere vrouwen hun kledingkeuze te laten verantwoorden reproduceert precies die machtstructuren (eer en dwang) die het geweld produceerden. Ook wijst de auteur op mannelijke privilege in het voorschrijven van wat vrouwen wel of niet mogen dragen.
- Alternatief voorstel: echte solidariteit betekent praktische maatregelen — betere opvang en hulpverlening, vroegtijdige signalering in onderwijs en zorg, doorbreken van stilte binnen gemeenschappen — en het consequent respecteren van individuele keuzevrijheid.
- Slotboodschap: de echte tegenstelling is dwang versus vrijheid; vrijheid omvat het recht zowel om de hoofddoek te dragen als om haar af te leggen. Beide keuzes verdienen bescherming.
De kern van het stuk is een pleidooi om gruwelijke daden niet te beantwoorden met nieuwe vormen van sociale dwang, maar met versterking van ondersteuning en het verdedigen van autonomie.