Vrouwelijke leiders (m/v/x) gezocht, de wereld telt al te veel 'sterke mannen'
In dit artikel:
Na een politiek “rampjaar” pleit Amber Dujardin voor meer vrouwelijk leiderschap in Nederland: niet uit afkeer van mannen, maar omdat een betere afspiegeling van de samenleving, andere kwaliteiten en meer diversiteit broodnodig zijn. Zij stemt al jaren op vrouwen en stelt vast dat, vanaf de eerste kiesbaarheid van vrouwen in 1917, de Tweedekamer nooit voor de helft uit vrouwen heeft bestaan. Nu zijn 58 van de 150 Kamerleden vrouw; ook op gemeenteniveau blijft het aandeel steken rond een derde. Dujardin beschouwt dit als een gemiste kans voor het land.
De auteur maakt de balans op: veel belovende vrouwelijke politici, zoals Sigrid Kaag en Sylvana Simons, verlieten of werden gedwongen de politiek te verlaten door intimidatie, bedreigingen en een giftige debatklimaat. Kaag kreeg permanente beveiliging nadat bij haar huis met een fakkel werd gedreigd; Simons werd online het mikpunt van gewelddadige en haatdragende beelden. Onderzoek van De Groene Amsterdammer wijst uit dat ongeveer 10% van tweets aan vrouwen op kieslijsten bedreigend of haatdragend is, vaak expliciet gericht op hun gender. Essayist Daan Heerma van Voss karakteriseert Nederland zelfs als een land dat zijn vrouwelijke politici haat.
Dujardin analyseert ook welk soort vrouwelijke leiderschap er wordt beloond. Conservatieve vrouwen die zich “manlijk” profileren – zoals de vergelijking met Margaret Thatcher – blijken soms makkelijker door te breken: harde, onbuigzame stijl past beter bij gevestigde verwachtingen van succes. Progressieve vrouwelijke politici kiezen vaker juist wél voor het zichtbaar maken van hun vrouw-zijn en combineren zorgzame en empathische eigenschappen met daadkracht; Jacinda Ardern en Femke Halsema worden als voorbeelden genoemd. Politicoloog Julia Wouters, auteur van De zijkant van de macht, benadrukt de dubbele bind: vrouwen worden geconfronteerd met tegenstrijdige verwachtingen: moeten ze zichtbaar en hard zijn, of bescheiden en zorgzaam? Doen ze het ene, dan wordt hen het andere kwalijk genomen.
Het artikel betoogt dat die schijnbaar geslachtsgebonden eigenschappen in feite voor iedereen beschikbaar zouden moeten zijn. Onderzoek (o.a. Harvard) laat zien dat “leiderschap” nog vaak automatisch wordt gekoppeld aan traditionele, mannelijke kenmerken (zichtbaarheid, daadkracht). Een betere definitie van leiderschap zou ook empathie, samenwerking en kwetsbaarheid omvatten — kwaliteiten die Ardern en Sanna Marin wereldwijd zichtbaar maakten en die volgens Dujardin het huidige politiek bestel kunnen verrijken. Zij wijst erop dat ook mannen zulke “vrouwelijke” eigenschappen kunnen en moeten inzetten; voorbeelden van politici die beide kanten laten zien (Mirjam Bikker, Esther Ouwehand, Rob Jetten, Henri Bontenbal) illustreren dat de scheidslijn niet strak is.
Tegelijk waarschuwt de tekst dat sommige vrouwelijke politici in Nederland zich juist “mannelijk” profileren (Dilan Yesilgöz, Caroline van der Plas) en daardoor mogelijk andere vrouwelijke rolmodellen overschaduwen. De huidige opmars van krachtige, vaak polariserende mannelijke leiders internationaal (Trump, Poetin, Netanyahu, Xi) wordt kritisch bekeken: daadkracht zonder empathie leidt volgens de auteur tot polarisatie, conflict en het in stand houden van patriarchale patronen.
Dujardin sluit af met een oproep: vernieuw de definitie van leiderschap, creëer meer rolmodellen van verschillende signatuur en zorg dat politici — mannen en vrouwen — hun hele persoonlijkheid gebruiken in hun functie. Boeken en memoires van vrouwelijke leiders (Ardern, Sanna Marin, Femke Halsema, Elanor Boekholt-O’Sullivan) kunnen helpen om geesten rijp te maken. Haar hoop is dat Nederland meer ruimte maakt voor leiders die zowel kracht als zorgzaamheid durven tonen, en dat de volgende premier — ook al zou die een man zijn — misschien geleerd heeft leiderschap breder te begrijpen en beide kanten te benutten.