Vrouw en dochter van premier De Wever worstelden met anorexia, maar "eetstoornisgen bestaat niet"

dinsdag, 23 december 2025 (18:50) - VRT Nieuws

In dit artikel:

Er is geen enkel gen dat rechtstreeks een eetstoornis veroorzaakt, maar erfelijkheid speelt wel een rol in de kwetsbaarheid daarvoor, volgens Belgische hulpverleners en ervaringsdeskundigen. Psychotherapeut Els Verheyen (coördinator bij patiënten- en familieorganisatie anbn vzw) en An Vandeputte (coördinator en psychologe bij kenniscentrum Eetexpert) leggen uit dat genetische varianten het risico kunnen verhogen, maar dat ze niet bepalend zijn voor wie een eetstoornis krijgt. Rond 2000 wees een omvangrijke internationale studie onder ongeveer 10.000 anorexiapatiënten op enkele genen die kwetsbaarheid kunnen verhogen, maar die bevindingen tonen geen eenduidig, allesverklarend "eetstoornisgen".

Naast genetica bepalen ook persoonlijkheidskenmerken, de sociale omgeving, ingrijpende levensgebeurtenissen en de ernst daarvan of iemand een eetstoornis ontwikkelt. Erfelijkheid kan zich bovendien niet altijd als een eetstoornis uiten; in families komen ook andere psychische problemen voor, zoals depressie, angststoornissen of borderline. Experts benadrukken dat iemand met erfelijke kwetsbaarheid daardoor niet per definitie een eetstoornis krijgt — er bestaan vele mogelijke aanleidingen en een combinatie van factoren leidt vaak tot het uitbreken van een stoornis.

Opvoeding en imitatie vormen een belangrijke schakel. Arts en auteur Patty Annicq wijst op de impact van ouderlijk voorbeeld: kinderen nemen makkelijk gedrag rond eten, wegen en lichaamsbeeld over. Als ouders streng omgaan met dieetregels, dagelijks op de weegschaal staan of voortdurend opmerkingen maken over het uiterlijk van anderen, kan dat bij kinderen verwachtingen en risicogedrag aanwakkeren. Daarom raden deskundigen aan ouders open te zijn over hun eigen problemen en professionele hulp te zoeken zodat ze beter rolmodel kunnen zijn.

Praktische tips voor wie zich zorgen maakt om een familielid: spreek je zorgen uit zonder meteen te diagnosticeren, bied aan samen naar hulp te zoeken en reduceer iemand niet tot zijn of haar stoornis. Blijf contact houden, doe samen aangename activiteiten en benadruk wat de persoon versterkt. Vitaler steun en focus op herstel kunnen iemands functioneren verbeteren; vaak werkt iemand nog grotendeels normaal, ook al is een deel van het leven verstoord.

Herstel is mogelijk en openheid helpt, luidt de afsluitende boodschap van de experts. Door eerlijk te zijn en hulp te zoeken kan iemand werken aan herstel en zo ook een positiever voorbeeld voor eventuele kinderen worden. Niet alle kinderen van ouders met een eetstoornis zullen er zelf een ontwikkelen, maar bewustwording, steun en tijdige begeleiding verkleinen het risico. Voor wie geraakt is door persoonlijke verhalen of meer informatie zoekt, bestaan er vertrouwelijke hulplijnen en gespecialiseerde kenniscentra die steun en advies bieden.