Vrouw (36) die haar dochters ontvoerde naar Brazilië moet twee jaar de cel in

In dit artikel:

Een rechtbank in Groningen heeft een 36‑jarige vrouw veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk, omdat zij rond de afgelopen jaarwisseling haar minderjarige dochters zonder toestemming niet naar huis terugbracht na een reis naar Brazilië. De vader heeft het wettelijk gezag; hij had de moeder wel toestemming gegeven voor een vakantie op voorwaarde dat ze uiterlijk 3 januari terug zouden zijn. De vrouw keerde echter pas na 52 dagen terug in Nederland en bracht alleen haar oudste dochter (6) mee. De jongste dochter, toen nog geen jaar oud, is nog steeds niet teruggekeerd en uit telefoongesprekken blijkt volgens de rechtbank dat het kind vermoedelijk bij de (stief)moeder van de veroordeelde in Brazilië verblijft.

De vrouw voerde aan dat overmacht — hevige regenval en overstromingen — en een bijna verlopen Braziliaans paspoort de late terugkeer hadden veroorzaakt. De rechtbank verwierp deze verklaringen en stelde bovendien vast dat de vrouw bewust onduidelijkheid creëerde toen instanties probeerden vast te stellen waar het jongste kind was. Volgens het vonnis heeft zij daarmee de vader gekwetst en haar kinderen als middel ingezet.

Naast de gevangenisstraf moet de vrouw schadevergoedingen betalen: ruim 9.000 euro aan de vader en respectievelijk 5.000 en 2.500 euro aan de twee dochters. De zaak laat de juridische en emotionele complexiteit van grensoverschrijdende kinderontvoeringen zien; de verblijfplaats van de jongste blijft vooralsnog onduidelijk en het dossier kan leiden tot vervolgonderzoek of internationale verzoeken om teruggave.