Voortzetting van het huidige immigratiebeleid betekent een langzame culturele en demografische zelfmoord
In dit artikel:
Het debat over de vermeende islamisering van Nederland is recent nieuw leven ingeblazen door een AI-video van Geert Wilders die een toekomstig Nederland in 2050 portretteert als sterk geïslamiseerd. De auteur presenteert in dit tweede deel van een analyse dat, bij ongewijzigd immigratiebeleid, het aandeel moslims in Nederland kan stijgen tot ongeveer een kwart in 2060 en mogelijk tot 37 procent tegen het einde van deze eeuw. Deze demografische ontwikkeling wordt vooral gedreven door asielmigratie uit Afrika en het Midden-Oosten, die ook de laagste integratieresultaten laat zien, gemeten aan onder andere opleiding, arbeidsmarktparticipatie en een netto financiële bijdrage aan de samenleving.
Het onderwijs fungeert als belangrijke hefboom voor integratie, vooral bij de tweede generatie niet-westerse migranten, waar wel vooruitgang zichtbaar is. Toch blijven er grote verschillen bestaan in onderwijsresultaten tussen groepen, met name tussen niet-westerse asiel- en gezinsmigranten, die vaker laag scoren en relatief veel praktijkonderwijs volgen. Deze achterstanden hangen samen met cultuur en culturele afstand, wat ook zich vertaalt in hogere criminaliteitscijfers onder migranten uit islamitische landen. Zo zijn asielzoekers in Nederland bijna vier keer vaker verdachte van misdrijven dan autochtonen, en liggen ernstige criminaliteitscijfers bij deze groepen consistent hoger in meerdere West-Europese landen.
Culturele afstand verklaart ook zelfsegregatie en een lage neiging tot gemengde relaties, wat de integratie bemoeilijkt. Onder Europese moslims is vaak een kritische, soms vijandige houding tegenover de westerse ontvangende cultuur waarneembaar, met steun voor strengere religieuze normen, soms zelfs het toepassen van shariawetgeving boven nationale wetten en legitimering van geweld. Dit leidt tot een reële waardenstrijd, met fragmentatie van de samenleving en spanningen die verder gaan dan oppervlakkige culturele uitingen zoals halalvoedsel.
De auteur waarschuwt dat deze ontwikkelingen, zonder beleidswijziging, kunnen leiden tot een “langzame culturele en demografische zelfmoord” van Nederland. Het huidige asielbeleid speelt daarbij een centrale rol en wordt als electorale onhoudbaar bestempeld. Een koerswijziging kan deze trend vertragen, maar vanwege factoren als gezinsmigratie en jonge leeftijdsstructuur zal het moslimaandeel in de bevolking de komende jaren blijven groeien. Dit essay sluit aan bij eerdere analyses en benadrukt dat de islamisering geen fictie, maar een plausibel toekomstscenario is dat vraagt om dringende politieke aandacht.