Voortdurend politieke aanvallen op PVV en BBB: de Raad van State kent haar grenzen niet meer

zaterdag, 25 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Taco van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), leverde deze week scherpe kritiek op de Raad van State nadat die het stikstofvoorstel van demissionair landbouwminister Femke Wiersma (BBB) had afgewezen. Volgens Van Hoek blokkeert die uitspraak de bouwpraktijk vrijwel overal en remt zij noodzakelijke versterking van het elektriciteitsnet; hij stelt dat de Raad de bouw instrumenteert om druk te zetten op de landbouw: “De bouw wordt [door de Raad van State] alleen maar gebruikt als pressiemiddel om harde ingrepen in de landbouw af te dwingen.”

De kern van de controverse is een advies van de Raad dat een vaste ondergrens voor stikstof alleen acceptabel is als eerst een robuust en effectief pakket voor natuurherstel is uitgevoerd. De auteur van het stuk noemt die voorwaarde onlogisch en ontoepasselijk, en illustreert dat met een vergelijking: het is alsof men een beter blaastestapparaat pas mag invoeren nadat het aantal verkeersdoden is gedaald. Dat soort voorwaarden maakt volgens de columnist politiek-bestuurlijke keuzes onwerkbaar door juridische eisen te verheffen boven beleidsafwegingen.

Het incident past in een reeks recente botsingen waarbij de Raad van State volgens de schrijver buiten zijn rol treedt. Twee weken eerder stond het advies over automatische voorrang voor asielzoekers bij toewijzing van sociale huurwoningen ter discussie: de Raad eiste dat minister Mona Keijzer met een “objectieve en redelijke” rechtvaardiging zou komen om die voorrang af te schaffen, een eis die hier als een juridische inmenging in politieke prioriteiten wordt gezien. Ook asielminister Marjolein Faber (PVV) liep tegen vergelijkbare tegenstand aan bij haar voorstellen om nareizende familieleden strengere inkomenseisen te laten tonen.

De columnist bestrijdt de Raad van State’s bewering dat nationaal asielbeleid slechts een beperkte rol speelt bij de aantallen asielzoekers. Hij verwijst naar beleidswijzigingen in Zweden, Denemarken en Duitsland, waar strenger nationaal beleid volgens hem leidde tot minder instroom. De conclusie is dat de Raad met “gekunstelde eisen” drie wetsvoorstellen van BBB- en PVV-ministers heeft ondermijnd en daarmee politieke beleidsruimte heeft uitgehold.

Ten slotte haalt de tekst een recente opmerking van Mona Keijzer aan over een gebrek aan open debat en reflectie in Den Haag — de zogenoemde “closing of the Dutch mind” — en suggereert dat de Raad van State, Haagse ambtenaren en zelfs de Nederlandsche Bank hun houding zouden moeten heroverwegen. De schrijver pleit impliciet voor meer ruimte voor politieke besluitvorming en minder juridische predicatie van beleidsinhoud.