Voor luitenant Olena is opgeven van de Donbas onbespreekbaar: 'Absoluut niet'
In dit artikel:
Op de weg naar Slovjansk in de Oekraïense Donbas zijn beschermingstouwen gespannen om aanvalsdrones te hinderen. In het stadje staat luitenant Olena van de 93ste Brigade klaar; zij is één van de verdedigers die weigert afstand te doen van de rest van de Donbas, terwijl in Berlijn Europese, Amerikaanse en Oekraïense delegaties over een mogelijk einde van de oorlog spreken.
Olena, klein van stuk en met een groene pet, heeft haar littekens proberen te verbergen voor het Nederlandse bezoek. Haar strijdlust is onveranderd: terugtrekken is voor haar onbespreekbaar — zij wil haar thuisstad bevrijden. In de dorpen rond Slovjansk en Kramatorsk liggen veel militairen gestationeerd in afgewerkte houten huizen, waarvan de oorspronkelijke bewoners grotendeels zijn gevlucht door Russische opmars en beschietingen.
De oorlog hier is sterk door drones bepaald. In sommige huizen zitten mannen aan lange tafels te solderen aan vierarmige onbemande toestellen; de Oekraïense verkenningsdrones geven vaak als eerste waarschuwing. Maar slecht weer en laaghangende mist beperken het zicht en bieden de Russen kansen om stilletjes dichterbij te komen. Een jonge dronepiloot van twintig zegt dat de vijand op afstanden van vijf kilometer tot enkele honderden meters gevonden kan worden — en dat ze overal proberen langs te sluipen.
Het front heeft zijn traditionele loopgravenkarakter verloren; in plaats daarvan lijkt het op een schaakspel in de eindfase, met kleine eenheden verspreid over een groot terrein. Posities worden voortdurend ingenomen en weer heroverd, waarbij soms binnen een uur van bezetter en verdediger wordt gewisseld. Als drones geen controle bieden, lopen de confrontaties uit op man-tegen-mangevechten. Soldaten melden dat ze vaak in de minderheid zijn en het voortdurend gevaar van omsingeling voelen.
De menselijke kant is zichtbaar: een gewonde soldaat spreekt mix van Russisch en Oekraïens, een nieuwbakken vader toont een filmpje van zijn pasgeboren dochter en zegt dat wachten op een aanval het ergst is — "angst en nog meer angst", zoals een van hen verwoordt. Voor de mannen en vrouwen aan de frontlijn zijn diplomatieke gesprekken in Berlijn afstandelijke abstracties; hun dagelijkse realiteit is het vasthouden van lijnen en het beschermen van dorpjes.
Als het bezoek voorbij is, zetten de soldaten hun helmen weer op en trekken hun magazijnen in — de luitenant zwaait ze uit met een kort gebed. In de Donbas blijft voorlopig maar één optie over: doorgaan met vechten.