Voor celibataire homo zijn geloof en gesprek onmisbaar
In dit artikel:
Een recente nieuwszaak rondom een verdachte reformatorische homo heeft in de lhbt+-gemeenschap onzekerheid doen ontstaan over de reëel mogelijke keuze om als homo celibatair en single te leven. Hoewel sommigen, zoals theoloog Ruard Ganzevoort en columnist Annemarie van Heijningen, suggereren dat het leefpatroon van de betrokkene wijst op een moeilijkheid met het accepteren van zijn geaardheid en te hoge verwachtingen rond celibaat, waarschuwen bestuurslid Willem Jan van de Velde en medewerker Herman van Wijngaarden van Hart van Homo’s voor voorbarige conclusies. Zij benadrukken dat het hier niet gaat om het niet volhouden van seksuele onthouding, maar om verdenking van zedenmisdrijven—aangezien die ernstiger zijn dan louter het niet naleven van celibaat.
De auteurs onderstrepen dat seksuele zelfbeheersing een opdracht is voor elke christen, ongeacht geaardheid, en dat seksuele verlangens beheersbaar zijn met de juiste geloofsverbondenheid en steun. Ze stellen dat het celibaat geen onmogelijke of onhaalbare levenswijze is, ook voor homo’s, en dat seksuele onthouding vergeleken moet worden met de situatie van ongetrouwde heteroseksuele christenen die vergelijkbare uitdagingen kennen. Centraal staat dat het celibatair leven een bewuste roeping vergt, gebaseerd op persoonlijke relatie en vertrouwen in God, gecombineerd met realistische omgang met verlangens en open gesprekken over seksualiteit met vertrouwde, kritische vrienden en gebed.
De schrijvers benadrukken verder dat het idee van “onbeheersbare seksuele begeerten” vaak berust op verkeerde interpretaties van Bijbelteksten en pleiten voor een genuanceerde kijk op seksualiteit binnen het christelijk geloof. Het artikel moedigt celibataire homo’s aan te vertrouwen dat deze levenskeuze waardevol en mogelijk is, zonder zich te laten ontmoedigen door de incidenten waarbij deze levensvorm ten onrechte wordt geassocieerd met ernstige delicten. Zo bieden zij hoop en ruimte voor open dialoog en bemoediging binnen de geloofsgemeenschap.