Volgt na Moerdijk ook Voorne aan Zee?

woensdag, 26 november 2025 (11:03) - De Andere Krant

In dit artikel:

Inwoners van het West‑Brabantse Moerdijk — zo’n 1.150 mensen — kregen recent te horen dat hun dorp binnen ongeveer tien jaar moet verdwijnen om plaats te maken voor grootschalige energie-infrastructuur. De plannen voor ‘Powerport Moerdijk’ maken deel uit van de landelijke Energiehoofdstructuur: een netwerk van windparken, waterstoffabrieken, opslag, en honderden kilometers ondergrondse leidingen voor waterstof, CO2, elektriciteit en restwarmte. Volgens experts kost het project uiteindelijk bijna 200 miljard euro en brengt het zowel veiligheids- als gezondheidsrisico’s met zich mee.

Wat er precies komt: op 400–500 hectare komt naast een elektrolysefabriek voor waterstof ook batterijopslag, pijpleidingen en extra ruimte voor chemie, logistiek en productie. De dorpskern ligt opgesloten tussen snelwegen, het Hollandsch Diep en bestaand zwaar haven‑ en industriegebied; die industrie zou het bebouwde gebied verder opslokken. De burgemeester noemt het verdwijnen van Moerdijk een “enorm offer”, terwijl de gemeente stelt dat het besluit breed gedragen is — tegenstanders verzamelen intussen bijna 7.000 handtekeningen onder een petitie tegen sloop.

Het beleid vloeit voort uit plannen die D66‑voorman Rob Jetten eind 2023 lanceerde en die het huidige demissionaire kabinet voortzet. Doel is klimaatneutraliteit in 2050 door maximaal in te zetten op duurzame energie en een landelijk transportnetwerk waarmee ook energie naar het buitenland kan stromen. Critici wijzen er echter op dat bewoners in veel gevallen weinig tot geen inspraak hebben gehad tijdens het voorkeursproces. Auteur en transitiecriticus Bert Weteringe benadrukt dat het Rijk de regie stevig naar zich toe trekt en dat meer dorpen in de kaarten van de Energiehoofdstructuur als ‘risicopunten’ te zien zijn.

Ook in Voorne aan Zee ontstaat felle weerstand. Op de Maasvlakte bouwt Air Liquide een waterstoffabriek die in 2027 zou moeten draaien; geproduceerde waterstof wordt via het ondergrondse buizennet vervoerd. Om waterstof te transporteren wordt in de praktijk vaak ammoniak gebruikt, wat lokaal grote zorgen oproept vanwege de hoge toxiciteit en brandbaarheid. Lokale politici waarschuwen dat de risico’s voor omwonenden onvoldoende zijn onderzocht en maken bezwaar tegen de vergunningverlening voor grote ammoniaktanks door bedrijven als OCI. In een geval hebben 22 raadsleden de provincie gedagvaard wegens het ontbreken van een uitgebreide milieueffectrapportage.

Naast veiligheidszorgen wordt ook de doeltreffendheid van de gekozen route ter discussie gesteld. Onderzoeksjournalist Elze van Hamelen en anderen wijzen op grote energieverliezen: windturbines hebben beperkte capaciteit benutting, en conversie van elektriciteit naar waterstof en terug gaat gepaard met forse efficiëntieverliezen, wat de systeemkosten en vraag naar ruimte doet toenemen. Lokale bestuurders noemen kernenergie (thorium) als alternatief, maar erkennen dat zulke keuzes op nationaal niveau worden gemaakt en moeilijk lokaal te beïnvloeden zijn.

Kortom: Moerdijk staat symbool voor een bredere discussie over de energietransitie in Nederland — een combinatie van grootschalige infrastructuurplannen, hoge kosten, lokale veiligheids- en gezondheidszorgen, juridisch verzet en ontevredenheid over participatie — en er is reële vrees dat meer dorpen vergelijkbare ontwrichting zullen meemaken.