Volgens De Nederlandsche Bank is ons goud veilig in de VS - andere landen overwegen een exodus

donderdag, 11 september 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Ongeveer een derde van het Nederlandse goud ligt diep onder Manhattan in de kluizen van de Federal Reserve Bank of New York. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft daar circa 190 ton opgeslagen — ruim 15.000 staven van elk 12,5 kilo — wat 31 procent van de totale Nederlandse voorraad van 612 ton vertegenwoordigt (boekwaarde eind 2024: 49,4 miljard euro). Nog eens 31 procent ligt in het DNB Cashcentrum op het voormalige militaire terrein bij Soesterberg; de resterende 38 procent is verdeeld over centrale banken in Londen en Ottawa. De keuze voor buitenlandse depots is historisch geworteld: tijdens en na de Tweede Wereldoorlog brachten westerse landen hun reserves grotendeels onder bij geallieerde partners.

De fysieke veiligheid van de New Yorkse kluizen wordt algemeen als uitstekend beoordeeld — diep in het gesteente en ontworpen om ook bij extreme gebeurtenissen intact te blijven — maar recente geopolitieke ontwikkelingen hebben vraagtekens opgeroepen over de politieke veiligheid. Met de verkiezing van Donald Trump en zijn kritische houding tegenover instellingen als de Federal Reserve groeide in sommige Europese landen de vrees dat de Verenigde Staten onder bepaalde omstandigheden invloed zouden kunnen uitoefenen op buitenlandse goudreserves, of zelfs tot confiscatie overgaan. Duitse en Italiaanse politici en academici hebben publieklijk gesproken over repatriatie van hun goud; in Nederland zijn dergelijke eisen nog niet naar voren gekomen. DNB zelf zegt de situatie te monitoren en ziet op dit moment geen aanleiding om aan bestaande afspraken te twijfelen.

Historische voorbeelden tonen dat bezorgdheid over buitenlands opgeslagen goud geen nieuw fenomeen is. In de jaren zestig liet de Franse president Charles de Gaulle grote delen van de Franse goudvoorraad terughalen uit de VS. DNB maakte in de vroege jaren negentig onder president Wim Duisenberg al verschuivingen: uit vrees voor de Amerikaanse houding werden toen delen van het goud naar Australië verplaatst, later naar Londen. DNB geeft weinig commentaar op zulke transacties. Ook zijn er sporen van verlies en controverses uit de Tweede Wereldoorlog: grote hoeveelheden Nederlands goud werden tevoren naar bondgenoten gebracht, maar de nazi’s roofden en verhandelden delen; van de 122 ton die via Berlijn in Zürich belandde, kreeg Nederland na de oorlog de helft terug; over de resterende 62 ton is een langdurig geschil met Zwitserland en die claim werd uiteindelijk opgegeven.

Voorts speelden goud en munthandel een rol in het internationale monetaire beleid van de twintigste eeuw. Onder het Bretton Woods-stelsel waren valuta’s aan de dollar gekoppeld en bood de dollar een vaste goudprijs; toen landen vanaf de jaren zestig grote bedragen aan dollars inwisselden voor goud, droeg dat bij aan de beslissing van de Amerikaanse president Nixon in 1971 om de goudconvertibiliteit van de dollar stop te zetten. Voor Nederland leidde de ontkoppeling en latere beleidskeuzes tot ingrijpende beslissingen: in 1992 verkocht DNB in het geheim 400 ton goud via Londen aan China (32.000 staven) voor 7,5 miljard gulden; sindsdien zijn de reserves stapsgewijs teruggebracht tot het huidige niveau.

Recentelijk heeft DNB ook goud teruggehaald. In 2014 werd 122 ton uit New York naar Nederland overgebracht en met de opening van het DNB Cashcentrum in Zeist in 2023 verhuisden nog eens ruim 14.000 staven van een voormalige locatie in Amsterdam naar Zeist. Die operaties waren bedoeld om geografische spreiding te verbeteren en opslagrisico’s te verkleinen.

Tegenwoordig speelt goud geen directe monetaire rol meer zoals bij de gouden standaard, maar centrale banken zien het nog steeds als een strategische reserve en een ’vertrouwensanker’ — een symbolische verzekering tegen onvoorziene monetaire schokken. Of dat anker sterk genoeg blijft als grootmachten hun monetaire instellingen politiceren, blijft een politieke en technische discussie. Vooralsnog rust een substantieel deel van het Nederlandse goud nog altijd in Manhattan, terwijl DNB de ontwikkelingen van nabij volgt.