Vogels zijn het slachtoffer, niet de boeman

dinsdag, 2 december 2025 (09:03) - Vogelbescherming

In dit artikel:

Vogels zijn de slachtoffers, niet de boosdoeners, betoogt Karsten Schipperheijn, directeur-bestuurder van Vogelbescherming Nederland. Wilde vogels tonen nu vaak typische ziekteverschijnselen (vleugels laten hangen, omvallen, draaingen met de kop, blauwige waas over de ogen) en sterven massaal, maar volgens Schipperheijn is de oorsprong van de dodelijke H5N1-varianten niet de natuur zelf: de hoogpathogene vormen zijn ontstaan in intensieve pluimveehouderij waar onschuldige virussen door mutaties extreem gevaarlijk kunnen worden. Een vroege keer dat H5N1 in een commerciële stal opdook was in 1996 in Guangdong (China); sindsdien zijn mutaties en overspringen naar wilde vogels meerdere keren voorgekomen.

Nederland speelt een bijzondere rol door de zeer hoge pluimveedichtheid: bijna 90 miljoen kippen, een dichtheid zesmaal hoger dan het Europees gemiddelde en wereldwijd een grote exporteur van kippenvlees. De combinatie van enorme dierenaantallen op beperkte ruimte en veel stallen dicht bij elkaar vergroot de kans dat gevaarlijke varianten ontstaan en zich snel verspreiden — ook naar waterrijke gebieden waar trekvogels samenkomen. Omdat H5N1 lang kan overleven in water en op veren, kunnen wilde vogels het virus verspreiden, maar zij worden hierdoor vooral slachtoffer van een landbouwsysteem dat risico’s creëert.

Schipperheijn roept op tot concrete maatregelen: een sterke vermindering van de totale pluimveestapel, het terugdringen van stallen nabij waterrijke natuurgebieden en keuzes over ruimtelijke ordening die wilde vogels meer uitwijkmogelijkheden en robuuste populaties geven. Uit onderzoek blijkt dat meer wateroppervlak nabij stallen het besmettingsrisico verhoogt, dus vestiging van pluimveebedrijven bij zulke natuurgebieden is onverstandig. Volledige uitroeiing van de huidige dodelijke varianten lijkt volgens experts onhaalbaar, maar afwachten is geen optie — ook omdat H5N1 al mensenlevens heeft gekost en zo een zoonose‑risico vormt.

Kortom: wil men de herhaling van ernstige vogelgriepuitbraken stoppen en zowel vogels als mensen beschermen, dan zijn structurele aanpassingen in de intensieve pluimveehouderij en in ruimtelijke besluitvorming noodzakelijk.