Vogelgriep slaat opnieuw toe - boeren weer de dupe van paniekreactie overheid

In dit artikel:

In Gasselternijveenschemond (Drenthe) is recent vogelgriep vastgesteld op een pluimveebedrijf met ongeveer 71.000 vleeskuikenouderdieren; het is de eerste besmetting sinds maart. De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) laat weten dat alle dieren worden geruimd en dat binnen een straal van 10 kilometer een vervoersverbod geldt — een maatregel die 31 andere commerciële pluimveebedrijven raakt. Daarnaast geldt opnieuw de verplichte ophok- en afschermplicht voor kippen, eenden en andere vogels om verdere verspreiding te voorkomen.

Voor pluimveehouders is dit een zware klap: directe economische schade, administratieve beperkingen en emotionele uitputting stapelen zich op. Hoewel de NVWA benadrukt dat er geen reden tot paniek is en dat vogelgriep in golven door Europa trekt, wordt de reactie van de overheid in het stuk scherp bekritiseerd als reflexmatig. In plaats van blijvende, structurele oplossingen zou telkens opnieuw gekozen worden voor massale ruiming en strikte ingrepen die vooral de boer treffen — ook wanneer die niets verkeerds heeft gedaan.

De auteur stelt verder dat zulke uitbraken politiek worden geïnstrumentaliseerd: crises als stikstof, klimaat en vogelgriep zouden gebruikt worden om de veehouderij in te krimpen en meer regie te voeren. Volgens dit betoog leidt dat beleid niet alleen tot verlies van boeren, maar ook tot grotere afhankelijkheid van import, meer transport en hogere CO₂-uitstoot — tegenstrijdige uitkomsten bij het zogenaamd nastreven van veiligheid en duurzaamheid.

De recente besmetting in Drenthe wordt gepresenteerd als signaal dat het Nederlandse beleid weinig verandert: reflexmaatregelen blijven domineren en politieke doelen zouden belangrijker zijn dan het zoeken naar duurzame, sectorvriendelijke oplossingen.