Vogelen met volksvertegenwoordigers

In dit artikel:

Nu de Tweede Kamerverkiezingen naderen waarschuwt Vogelbescherming dat het slecht gaat met veel vogelsoorten in Nederland en bezocht vier kandidaat-Kamerleden om hun plannen voor vogels en landschap te horen. De organisatie trok met Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) naar de Gouwzee (tussen Marken en Monnickendam), ontmoette Ines Kostić (Partij voor de Dieren) in het Haagse Bos, vloog uit naar de Vreugderijkerwaard met Thom van Campen (VVD) en stond in de regen met Lucienne Boelsma (CDA) in de Onnerpolder.

Gemeenschappelijk beeld: landbouw, stikstof, pesticidenverlies en verlies van leefgebied bedreigen weide- en watervogels. Bromet pleit voor natuurinclusieve en duurzame landbouw, het versterken en beter verbinden van natuurgebieden en een overheid die boeren ondersteunt bij verduurzaming. Kostić zet in op een biologische, gifvrije landbouw met minder vee, meer ruimte voor natuur en extra geld voor opvang van wilde dieren — de Partij voor de Dieren heeft dit breed in haar programma opgenomen. Van Campen ziet stikstofreductie als prioriteit: volgens de VVD moet uitstoot flink omlaag en moeten boeren geholpen worden zodat natuurherstel samengaat met een beter inkomen. Boelsma benadrukt de rol van boeren als landbeheerders en pleit — net als Vogelbescherming zelf — voor langjarige agrarisch-natuurbeheercontracten, zodat boeren financiële zekerheid hebben wanneer ze hun land vogelvriendelijk beheren.

Tijdens de bezoeken werden onder meer grutto’s, kieviten en andere weide- en watervogels waargenomen, illustrerend voor de directe impact van beleidskeuzes op soortenrijkdom. Kortom: alle vier partijen erkennen het probleem, maar verschillen in nadruk: van een transitie naar biologische landbouw en verbod op gif, tot investeringen en inkomensmaatregelen gekoppeld aan stikstofreductie en langdurige beheercontracten voor boeren. De verkiezingskeuze zal mede bepalen welke koers Nederland kiest voor het behoud van zijn vogels.