Voetballer, ontslagen na Gaza-berichten, krijgt volledig salaris uitbetaald
In dit artikel:
Het regionale arbeidshof in Rijnland-Palts heeft bepaald dat het ontslag van Anwar El Ghazi door Duitse club Mainz 05 onterecht was. De Nederlandse vleugelspeler sleepte de club voor de rechter nadat hij in oktober 2023 werd geschorst en later op staande voet ontslagen vanwege een pro-Palestijnse Instagram-post kort na de aanval van Hamas op Israël. Het hof bevestigt daarmee een eerdere uitspraak uit de zomer van 2024 en veroordeelt Mainz tot betaling van het volledige resterende salaris van El Ghazi: ongeveer 1,7 miljoen euro.
Volgens de rechters waren de stappen van Mainz – eerst een officiële waarschuwing, daarna direct ontslag na een tweede bericht – juridisch niet houdbaar. De rechtbank oordeelde dat El Ghazi’s recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder woog dan de belangen die de club had aangevoerd; het uiten van een persoonlijke politieke mening was op zichzelf geen voldoende grond voor een ontslag op staande voet. Hoewel El Ghazi later de oorspronkelijke post verwijderde en zich verontschuldigde, maakte dat voor de rechter geen verschil in het gebrek aan rechtvaardiging voor onmiddellijke beëindiging van het contract.
Achtergrond: El Ghazi (30) doorliep Ajax’ jeugd en speelde later bij Lille, maakte naam bij Aston Villa en had korte periodes bij Everton en PSV. In september 2023 tekende hij een tweejarig contract bij Mainz maar kwam slechts drie keer als invaller in actie voordat de club hem ontsloeg. Sinds zijn vertrek uit Duitsland speelt hij voor Al-Sailiya in Qatar. Mainz-voorzitter Stefan Hofmann heeft laten weten dat de club het vonnis zal accepteren, maar blijft achter de oorspronkelijke beslissing staan.
De uitspraak sleept de discussie over politieke uitingen van sporters en de reikwijdte van clubbeleid opnieuw in de publieke en juridische arena. Het arrest benadrukt dat werkgevers in sportzaken terughoudend moeten zijn met sancties wanneer spelers persoonlijke politieke standpunten uiten, tenzij er duidelijkere juridische gronden zijn voor beëindiging.