Voetballer Jayden Braaf klaagt oud-zaakwaarnemers aan: 'Misbruik van mijn situatie'
In dit artikel:
Voetballer Jayden Braaf stond donderdag in de rechtbank Amsterdam in een geschil met zijn voormalige zaakwaarnemers over leningen die volgens de tegenpartij niet zijn terugbetaald. Braaf voert aan dat de overeenkomsten in zijn minderjarige jaren onder druk zijn afgesloten; zijn advocaten spreken van “misbruik van omstandigheden” omdat hij op 18-jarige leeftijd afhankelijk en onervaren was en omringd door een wirwar van tussenpersonen die zijn belangen niet duidelijk behartigden. Voor Braaf is de zaak ook principieel: hij wil laten zien dat hij voor zichzelf kan opkomen.
De tegenpartij, vertegenwoordigd door advocaat Joes Blakborn en verbonden aan schuldeiser EFM International (met een FIFI‑licentie), betwist dat er dwang of misleiding is geweest. Volgens Blakborn zijn de leningen bewust verstrekt op verzoek van Braaf om kosten te dekken, er bestaan contracten en zijn zijn cliënten te goeder trouw geweest. De partijen verschuiven elkaar de schuld: Braaf zegt dat de claims pas kwamen nadat hij zich van zijn vroegere begeleiders losmaakte; de wederpartij ontkent dat er sprake was van een verdienmodel op zijn kosten.
De zaak past in een breder probleem in het jeugdvoetbal: internationale makelaars rekruteren talenten vaak al op hun zestiende en brengen daarmee spelers in een kwetsbare positie. Namen als de Britse Stellar Group, die veel jongens vroeg onder contract zette, illustreren dat er vaak ondoorzichtige constructies zijn waarbij ook ouders en familie een rol spelen. Braaf tekende op 16-jarige leeftijd bij Manchester City, raakte daarna van club naar club en brak nooit definitief door — een ontwikkeling die symbool staat voor de risico’s van vroegtijdige verplaatsing naar internationale circuits.
FIFA heeft regels aangescherpt om minderjarigen te beschermen, onder meer door bemiddeling onder de zestien te verbieden en financiële constructies rond ouders te beperken. Voormalig Ajax‑directeur Maarten Fontein waarschuwde al vaker tegen het behandelen van kinderen als handelswaar. De kernvragen in de zaak-Braaf betreffen verantwoordelijkheid en zorgplicht: wie moet een jonge speler met een miljoenencontract echt beschermen, en wanneer wordt begeleiding misbruik?
De uitspraak in de procedure wordt op 16 oktober verwacht. De uitkomst kan gevolgen hebben voor hoe overeenkomsten met jonge spelers worden beoordeeld en voor de rol van makelaars en begeleiders in jeugdzaken.