Voedselwaakhond VN: hongersnood in Sudan in Al-Fasher en Kadugli
In dit artikel:
Het VN-voedselwaarschuwingssysteem IPC heeft opnieuw hongersnood vastgesteld in twee Soedanese steden: Al-Fasher en Kadugli. Dit is de tweede keer binnen een jaar dat in delen van Soedan officieel aan de criteria voor hongersnood wordt voldaan. Volgens het IPC is er sprake van een ingestorte lokale economie, wijdverbreide voedselonbereikbaarheid, extreem hoge acute ondervoeding en verhoogde sterftecijfers in deze plaatsen.
De verklaring berust grotendeels op gegevens van september, maar houdt ook rekening met recente ontwikkelingen. Al-Fasher viel vorige week na een belegering van meer dan 500 dagen feitelijk onder de controle van de paramilitaire Rapid Support Force (RSF); de langdurige isolatie maakte de bevolking vrijwel volledig afhankelijk van hulp en ontnam veel mensen hun levensonderhoud. Door de verplaatsing van ontheemden naar plaatsen als Tawila zijn de humanitaire noden in en rond Al-Fasher toegenomen. Dalang in Zuid-Kordofan vertoont een vergelijkbare situatie, maar door gebrek aan betrouwbare data kan daar nog geen formele hongersnoodstatus worden vastgesteld.
Naast Al-Fasher en Kadugli noemt het IPC nog zo’n twintig andere districten in Darfur en Kordofan die het risico lopen op hongersnood; zij worden ook de bestemmingen voor veel interne vluchtelingen. Sinds september zijn bijna 9,6 miljoen Soedanezen ontheemd. Die cijfers zijn wel iets gedaald omdat circa 2,6 miljoen mensen de afgelopen maanden terugkeerden, vooral naar Khartoem nadat die stad door het regeringsleger heroverd werd.
Het IPC verwacht dat het oogstseizoen enige verlichting kan brengen, maar waarschuwt dat voortdurende onveiligheid de opbrengsten zal drukken en dat terugkerende gezinnen vaak zonder middelen thuiskomen omdat zij akkerseizoen(s) gemist hebben. De combinatie van geweld, beperkte oogst en massale verplaatsingen vergroot de druk op gemeenschappen die vluchtelingen opvangen.
Het Internationaal Strafhof (ICC) heeft aangekondigd onmiddellijk maatregelen te nemen om bewijs rond vermeende misdaden in Al-Fasher te bewaren en te verzamelen. Het hof verwijst naar eerdere veroordelingen voor misdaden in Darfur en zegt dat meldingen over massamoord, verkrachting en andere ernstige schendingen, indien bewezen, kunnen leiden tot aanklachten voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.