Voedselprijzen stijgen voor vierde maand op rij met meer dan 3 procent

In dit artikel:

In april lag de inflatie in Nederland op 4,1 procent ten opzichte van een jaar eerder, ondanks het wegvallen van de accijnsverhoging op tabak die vorig jaar werd doorgevoerd. Voedingsmiddelen waren 3,6 procent duurder, wat de vierde maand op rij is dat deze prijzen met meer dan 3 procent stijgen. De prijsstijgingen waren bijzonder hoog bij vakantiegerelateerde uitgaven: vakantiehuizen in bungalowparken stegen met 21,5 procent en internationale vliegtickets met bijna 21 procent, mede door het eerder vallende meivakantie-seizoen. Daarentegen was benzine juist bijna 9 procent goedkoper dan een jaar geleden.

De prijsstijging van tabak bleef met 34,7 procent significant door de accijnsverhoging van vorig jaar, terwijl alcohol slechts 0,8 procent duurder werd. Voedingsmiddelen zonder alcohol en tabak stegen iets meer dan in maart (3,6% versus 3,5%). Eerder dit jaar lagen de voedselinflatiecijfers juist lager.

Hoofdeconoom Marieke Blom van ING voorziet dat de inflatie later dit jaar zal afnemen. Dit komt doordat het effect van de tabaksaccijns vanaf juli uit de vergelijking valt, de huurprijzen voorlopig bevroren worden en loonstijgingen minder fors zullen zijn. Daarnaast helpen dalende energieprijzen en de sterke euro om importprijzen relatief stabiel te houden. Blom verwacht dat de inflatie tegen het einde van 2024 richting de Europese Centrale Bank-doelstelling van 2 procent zal dalen.

Kortom, terwijl dagelijkse boodschappen en vakantiekosten fors duurder zijn geworden, biedt een combinatie van fiscale effecten en macro-economische ontwikkelingen perspectief op een geleidelijke tempering van de inflatie.