VN-rapport over genocide in Gaza is geen juridisch oordeel, maar kan wel grote gevolgen hebben

donderdag, 18 september 2025 (20:07) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Een door de Mensenrechtenraad van de VN ingestelde onderzoekscommissie — de Commission of Inquiry on the Occupied Palestinian Territory and Israel, onder voorzitterschap van Navi Pillay — concludeert in een 72 pagina’s tellend rapport dat Israël in de Gazastrook vier van de vijf door het Genocideverdrag omschreven handelingen heeft begaan. De commissie wijst op gericht doden van groepsleden, het toebrengen van ernstig lichamelijk en psychisch letsel, het voorkomen van geboorten en het opzettelijk scheppen van levensomstandigheden die leiden tot fysieke vernietiging. Ze onderbouwt dit onder meer met de circa 65.000 Palestijnse doden in de afgelopen twee jaar, de gevolgen van de Israëlische blokkade (honger, ineenstorting van de gezondheidszorg) en het herhaaldelijk slachtoffer worden van kinderen. Voorzitter Pillay verklaarde bij publicatie dat er „een genocide plaatsvindt in Gaza” en dat de hoogste Israëlische autoriteiten hiervoor verantwoordelijk zouden zijn; de commissie noemt onder meer Benjamin Netanyahu, Yoav Galant en Isaac Herzog in dat kader.

Israël verwerpt de beschuldigingen krachtig. Het ministerie van Buitenlandse Zaken bestempelt het rapport als partijdig en gebaseerd op onbetrouwbare informatie van door Hamas gecontroleerde instellingen, en verwijst naar onderzoeken die de genocideclaims zouden weerleggen. Jeruzalem bekritiseert ook dat het rapport nauwelijks ingaat op de gruwelijke aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023.

Juridisch verandert het rapport echter niets op zichzelf: de commissie is geen rechterlijke instantie en alleen een onafhankelijke rechtbank kan vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van genocide — vooral de bewijslast rond de vereiste opzet (de intentie tot vernietiging) is moeilijk te leveren. Nederland en de Europese Commissie houden zich daarom terug en wijzen erop dat juridische kwalificatie aan internationale of nationale rechters toekomt.

Wel kan het rapport praktische gevolgen hebben: het kan als bewijsmateriaal dienen in procedures (onder andere bij het Internationaal Gerechtshof, waar Zuid-Afrika een zaak heeft aangespannen) en is al gedeeld met het Internationaal Strafhof, dat eerder arrestatiebevelen had uitgevaardigd. Daarnaast kan publicatie leiden tot extra diplomatieke druk op Israël en tot overwegingen over sancties of andere maatregelen door staten.