Vlinders van de dennenprocessierups voor het eerst aangetroffen in Nederland

donderdag, 21 augustus 2025 (07:05) - NatureToday.nl

In dit artikel:

21 augustus 2025 — Bij de eerste controle van een nieuw Nederlands monitoringsnetwerk voor de dennenprocessierups zijn voor het eerst in Nederland volwassen dennenprocessievlinders (Thaumetopoea pityocampa) aangetroffen: twee exemplaren in Limburg en één in Gelderland. Het netwerk van feromoonvallen, dat deze zomer op initiatief van Silvia Hellingman werd opgezet en loopt van Limburg tot Groningen, wordt gefinancierd door het Kennisplatform Processierups, meerdere provincies (Drenthe, Gelderland, Groningen, Overijssel) en de gemeenten Hardenberg en Venray. De exacte vindplaatsen worden tot medio september niet openbaar gemaakt; de monitoring loopt nog tot die tijd.

De vondst bevestigt eerdere waarschuwingen over de noordwaartse uitbraak van deze soort (al gesignaleerd in België in 2024) en betekent dat Nederland rekening moet houden met nieuwe overlast. De dennenprocessierups leeft op naaldbomen zoals dennen, sparren en ceders, maar literatuur noemt ook steeneik en de tweestijlige meidoorn als mogelijke waardplanten; de gewone (eenstijlige) meidoorn — wijdverspreid in Nederland — is nog onzeker als gastplant.

De levenscyclus verschilt duidelijk van die van de bekende eikenprocessierups: in de Franse (Lyon) cyclus die voor Nederland wordt aangehouden vliegen de vlinders van juni tot en met september, de eieren komen snel uit en de jonge rupsen maken vrijwel direct nestjes. Ze vervellen meerdere keren en overwinteren als rups in winternesten; van september tot maart zijn rupsen en nesten aanwezig. In maart en april verlaten ze de nesten om zich te verpoppen en kunnen ze in processie over de grond lopen — daarbij verliezen ze gemakkelijk hun brandharen. Die haartjes veroorzaken gezondheidsklachten bij mensen en dieren (honden, katten, paarden); elk dierlijk stadium bevat circa een miljoen brandharen, iets meer dan bij de eikenprocessierups. Omdat de actieve overlastfase in het voorjaar begint, ligt het tijdstip van hinder eerder in het jaar dan bij de eikenprocessierups.

Bijzonder is ook de vondst in Overijssel van een bronswesp (Baryscapus servadeii), een kleine eiparasiet die in de literatuur als parasiet van dennenprocessierupsen genoemd wordt. De vondst, gedetermineerd door een specialist van Naturalis, suggereert dat ook natuurlijke vijanden meeverhuizen met de nieuw opduikende gastheer.

De monitoring en verdere analyse moeten inzicht geven in verspreiding, risico’s voor volksgezondheid en mogelijke beheersmaatregelen. Experts van het Kenniscentrum Eikenprocessierups, Hellingman Onderzoek en diverse onderzoeksinstellingen werken mee aan verdere inventarisatie en advies.