VK, Georgië en Hongarije grootste dalers op Europese lijst voor lhbti-rechten

In dit artikel:

Hongarije, Georgië en het Verenigd Koninkrijk zijn sterk gedaald op de jaarlijkse Europese Regenboogkaart, een ranglijst die de bescherming van lhbti-rechten in 49 Europese landen in kaart brengt. ILGA, de mensenrechtenorganisatie achter de lijst, wijst op een bredere trend van inperking van lhbti-rechten in verschillende landen. Hongarije viel op door het invoeren van een verbod op Pride-evenementen, als eerste EU-land, terwijl Georgië anti-lhbti-maatregelen oplegde, waaronder een verbod op regenboogvlaggen. In het Verenigd Koninkrijk leidde een recent juridisch vonnis ertoe dat trans vrouwen niet langer wettelijk erkend worden als vrouw, wat resulteerde in een daling van zes plaatsen naar plek 22, terwijl het land in 2015 nog koploper was.

Nederland steeg voor het derde jaar op rij en staat nu op de dertiende plaats. Het land is een van de zes die strengere maatregelen heeft genomen om anti-lhbti-geweld tegen te gaan. Andere positieve ontwikkelingen zijn dat Polen de laatste 'lhbti-vrije zones' heeft afgeschaft en dat Letland geregistreerd partnerschap tussen mensen van hetzelfde geslacht heeft toegestaan, al is trouwen nog niet mogelijk.

De ranglijst wordt mede gefinancierd door de EU en de Nederlandse overheid en beoordeelt onder meer wetgeving, onderwijs en gezondheidszorg. Rusland en Azerbeidzjan bungelen onderaan met slechts 2 punten, terwijl Malta hoog scoort met 88 punten en al jaren de koppositie inneemt als meest lhbti-vriendelijke land in Europa. ILGA benadrukt dat de negatieve ontwikkelingen vooral uitingen zijn van een bredere ondermijning van lhbti-rechten, vaak gerechtvaardigd met het argument van openbare veiligheid.