Vitesse kan vergoeding vragen voor spelers zonder contract die zijn vertrokken

In dit artikel:

In augustus ontstond bij Vitesse een massale leegloop nadat de club aanvankelijk haar licentie kwijt raakte; tientallen spelers vertrokken gratis of konden hun contract laten ontbinden na een afspraak met spelersvakbond VVCS. Enkele namen: Jim Koller naar Jong PSV, Irakli Yegoian naar Excelsior, Bas Huisman naar Almere City en Andy Visser naar het Duitse MSV Duisburg.

Op woensdag 3 september kreeg Vitesse van het gerechtshof in Arnhem de licentie terug. Daardoor is het KNVB-poolreglement voor opleidingen weer van kracht, waardoor Vitesse nu opleidingsvergoedingen kan opeisen voor jongeren die zonder contract waren vertrokken. Marco Bogers (algemeen directeur De Graafschap) legde uit dat zijn club drie spelers van Vitesse inschreef voor het O21-team: Michael Dokunmu, Koen te Veluwe (beiden onder contract bij Vitesse, dus geen vergoeding nodig) en de 18-jarige Fabian Huetink uit Vorden, die bij Vitesse geen contract had. Omdat volgens het reglement binnen dertig dagen na inschrijving nog een opleidingsvergoeding verschuldigd kan zijn, kan Vitesse voor Huetink (en veel soortgelijke gevallen) nu een bedrag vragen.

Die vergoedingen kunnen aanzienlijk oplopen — tienduizenden euro’s per speler — en zetten nieuwe clubs voor lastige keuzes, zegt Bogers: het menselijk aspect speelt mee als recent ingeschreven jongeren mogelijk weer teruggestuurd moeten worden. De KNVB heeft nog geen reactie gegeven op de gewijzigde situatie.

Achtergrond: opleidingsvergoedingen bestaan om clubs te compenseren voor investering in jeugdopleiding; de herstelde licentie verandert wie die vergoeding kan opeisen.