Visdief gastvrij onthaald op Ameland
In dit artikel:
De visdief, een sierlijke stern die vaak boven poldersloten en kusten te zien is, heeft het in Nederland zwaar en staat daarom op de Rode Lijst. Op Ameland is onlangs een nieuwe broedplaats voor deze pioniervogel aangelegd: een schelpeneiland van 3.000 m² met een dek van ongeveer 10 cm schelpen, binnendijks op een landtong in de Oosterwijdesloot (Wetterskyp Fryslân). Het project is uitgezet in samenwerking tussen lokale vogelwachten, Rijkswaterstaat, Wetterskip Fryslân en Vogelbescherming Nederland binnen het programma Wij & Wadvogels; de realisatie en financiering kregen daarbij steun vanuit die organisatie.
Historische en recente oorzaken maken duidelijk waarom ingrijpen nodig is. Rond 1900 werd de stern zwaar bejaagd voor modieuze hoedenveren; maatschappelijke verontwaardiging leidde uiteindelijk (via een 1894-oprichting tegen de pluimmode en de latere stichting van Vogelbescherming Nederland) tot wettelijke bescherming. In de jaren vijftig herstelden de aantallen tot zo’n 40.000 broedparen, maar daarna volgden nieuwe tegenslagen: grootschalig natuurverlies (bijvoorbeeld het verdwijnen van het vogeleiland De Beer ten behoeve van Europoort in de jaren ’60) en vervuiling — onder meer lozingen van de bestrijdingsmiddelproeffabriek die Telodrin produceerde — deden de populatie instorten tot circa 5.000 paren. Recentere bedreigingen zijn vogelgriep, predatie door marterachtigen en vossen op veel plekken, en op Ameland specifiek ratten die nesten aantasten; daarvoor is nu een samenhangend plaagbeheersplan in ontwikkeling.
Visdieven broeden bij voorkeur op kale of schaars begroeide ondergrond en in kolonies dicht bij zee — omstandigheden die door stormen, hoogwater en menselijke verstoring extra kwetsbaar zijn. Eerdere lokale maatregelen op Ameland, zoals broedvlotjes in de Oosterwijdesloot en Langesloot, hadden wisselend succes; het nieuwe schelpeneiland is veel groter en biedt ruimte voor de visdief én andere kustbroeders zoals grote stern, noordse stern, kluut, bontbekplevier en kokmeeuw, zonder dat soorten elkaar teveel verdringen.
De initiatiefnemers volgen de nieuwe locatie nauwgezet; het volgende broedseizoen (2026) moet uitwijzen of de visdieven het eiland als geschikt nestgebied gaan gebruiken en of dit een structurele bijdrage levert aan het herstel van de soort op Ameland. Als het werkt, is dit een voorbeeld van hoe gerichte habitatmaatregelen samen met predator- en plaagbeheer de kansen voor kwetsbare kustvogels kunnen vergroten.