Viktor Orbán overhandigt defensie-industrie aan handlanger
In dit artikel:
De Hongaarse staat draagt aandelen over in negen defensiebedrijven aan 4iG, het telecomconcern van miljardair Jászai Gellért — een ondernemer met nauwe banden met premier Viktor Orbán. De transactie, aangekondigd op 11 juni, plaatst strategische producenten van munitie, mortieren, helikopteronderdelen en joint ventures met Europese spelers zoals Airbus en Rheinmetall grotendeels onder privé‑controle. Critici zien er een greep naar lucratieve staatsmiddelen in, juist nu Europa de defensie-uitgaven flink opvoert.
Wie en wat
- Verkoper: de Hongaarse staat. Koper: 4iG, waarvan Gellért grootaandeelhouder en bestuursvoorzitter is. 4iG zou via een nieuw op te zetten holding (N7 Defence) 75 procent van de aandelen verwerven; de staat houdt formeel 25 procent.
- Betrokken bedrijven en samenwerkingen omvatten onder meer de Oostenrijkse fabrikant Hirtenberger (mortieren en munitie, klant van Nederlandse strijdkrachten), joint ventures met Airbus en Rheinmetall, en een fabriek in Oost‑Hongarije die onderdelen voor helikopters levert.
- Tijdstip: de verkoop werd medio 2025 aangekondigd — op het moment dat NAVO‑landen en de EU fors meer in defensie investeren en vlak voor Hongarije’s verkiezingen begin 2026.
Waarom dit ophef geeft
- Timing en belangen: Terwijl Europese defensiebudgetten volgens NAVO‑afspraken naar verwachting flink groeien, verhuist Hongarije potentiële winsten uit de publieke sector naar een bedrijf dichtbij de premier. Deskundigen stellen dat Orbán en zijn netwerk zo publieke bronnen naar bevriende ondernemers laten vloeien.
- Politieke context: Orbán onderhoudt controversiële betrekkingen met Moskou en heeft tijdens zijn lange bewind staatsinstellingen en media sterk gecentraliseerd. Tegenstanders zien in de deal een manier om geld en invloed binnen de inner circle te concentreren, mogelijk met het oog op de aanstaande verkiezingen.
- Veiligheids- en Europese belangen: Met 4iG als eigenaar komen Europese defensie‑ketens onder controle van een bedrijf dat door critici als politiek verbonden wordt gezien. Dat roept vragen op over leveringszekerheid, politieke neutraliteit en de juiste besteding van EU‑fondsen.
Hoe Gellért aan macht kwam
Jászai Gellért werkte zich de afgelopen jaren omhoog van lokale ondernemer naar regionale telecommacht. Hij en een Orbán‑naaste, Lőrinc Mészáros, namen in 2018 4iG over; een jaar later nam Gellért het volledige leiderschap. Sindsdien groeide 4iG met sterke staatssteun en leningen van door de regering beïnvloede banken, en nam het onder meer Vodafone Hongarije over. Gellért bouwde een portfolio uit dat satelliet‑activiteiten en defensiepartnerschappen omvat. Na bezoeken aan Mar‑a‑Lago eind 2024 — waar hij onder meer op de foto stond met Orbán en Elon Musk — stegen de aandelenkoersen van 4iG fors.
Financiering en belangenverstrengeling
De overnameplannen worden deels gefinancierd via twee private‑equityfondsen (iG TECH II en III) die investeren in 4iG‑dochter SDT; die fondsen staan onder leiding van Gellért zelf. Transparency International en andere waarnemers bestempelen dit als een duidelijk conflict van belangen. Bovendien blijkt een deel van het kapitaal afkomstig van door de Hongaarse staat gereserveerde middelen voor defensie‑investeringen, een constructie die op beperkte transparantie stuit en vragen oproept over mogelijke ongeoorloofde staatssteun.
Gevolgen voor Nederland en de EU
Nederlandse defensiematerieel en -orders raken direct betrokken: de Nederlandse krijgsmacht gebruikt producten van Hirtenberger en bestelde recent Leopard 2‑tanks waarvan granaten in Hongarije worden geproduceerd via Rheinmetall‑joint ventures. Ook levert een Hongaarse fabriek onderdelen voor helikopters die Nederland heeft afgenomen. Daarmee kan een private partij met politieke affiniteiten invloed krijgen op leveringen aan NAVO‑partners.
Juridische en bestuurlijke bezwaren
- Experts als Kim Lane Scheppele en Kati Cseres wijzen op risico’s van illegale staatssteun, gefilterde aanbestedingen en het afromen van publieke opbrengsten. Cseres, jurist met ervaring in EU‑mededingingsrecht, plaatst vraagtekens bij de bereidheid van de Europese Commissie in te grijpen: defensie is politiek gevoelig en DG Concurrentie wordt als onderbemand en terughoudend gezien.
- De Hongaarse regering verdedigt de stap als noodzakelijk om privékapitaal aan te trekken en de industrie te moderniseren, en benadrukt dat cruciale infrastructuur in staatshanden blijft. Critici counteren dat de staat kosten draagt (gebouwen, personeel) terwijl 4iG de winst incasseert.
Politieke reactie binnen Hongarije
De oppositie – onder aanvoering van Peter Magyar, voormalig Orbán‑bondgenoot en nu belangrijkste uitdager – noemt de privatisering verraad en getuigt van brede verontwaardiging. Journalisten en onderzoeksverslagen binnen Hongarije en Europa benadrukken het gebrek aan openbare aanbesteding, de besloten afspraken en de ondoorzichtige kapitaalstromen.
Breder perspectief
De zaak illustreert hoe geopolitieke verschuivingen (toegenomen defensieuitgaven door NAVO/EU) binnenlands machtsmisbruik kunnen versterken wanneer regeringen staatsbezit via aangeduide netwerken naar private actoren schuiven. Als Brussel en nationale overheden onvoldoende kritisch toezien, bestaat het risico dat Europese belastinggelden indirect in handen van politiek verbonden bedrijfsnetwerken terechtkomen — met mogelijke gevolgen voor concurrentie, transparantie en strategische autonomie binnen de EU.
Kortom: de geplande overdracht van Hongaarse defensiebedrijven naar 4iG drijft een confrontatie tussen economische belangen, nationale veiligheid en politieke ethiek. De uitkomst zal niet alleen bepalen wie de winst van toekomstige defensieuitgaven incasseert, maar ook hoe kwetsbaar Europese en NAVO‑ketens zijn voor binnenlandse politieke invloeden.