Vijf jaar na de Brexit worstelt het Verenigd Koninkrijk met gebroken beloftes en een economische krimp

In dit artikel:

Vijf jaar na de Brexit worstelt de Britse overheid met verschillende ingrijpende problemen, waaronder een verzwakt gezondheidssysteem, dalende koopkracht en een stijgende illegaliteit van migratie over het Kanaal. De Brexit, die in 2016 door een meerderheid van 51,9% van de stemmers werd goedgekeurd, zou de Britten meer onafhankelijkheid en controle over hun eigen beleid opleveren.

Sinds het vertrek uit de EU op 31 januari 2020 is de gezondheidzorg onder druk komen te staan. Ondanks beloften van financieel steun voor de NHS, blijft de daadwerkelijke investering achter bij de verwachtingen, terwijl de vraag naar gezondheidszorg door vergrijzing en inflatie stijgt. Dit heeft geleid tot bezorgdheid over de patiëntveiligheid en de werkomstandigheden voor zorgverleners. De Labour-regering, onder leiding van Keir Starmer, heeft aangekondigd extra middelen vrij te maken om de situatie te verbeteren.

Economisch gezien heeft de Brexit ook zijn tol geëist. Rapporten wijzen op een aanzienlijke daling van de export en import met de EU, waarbij de visserijsector bijzonder zwaar is getroffen. Veel vissers in kustgemeenschappen voelen zich teleurgesteld door de ongunstige handelsvoorwaarden die zijn ontstaan sinds de Brexit.

Daarnaast is de Britse regering niet in staat gebleken de toename van illegale migratie tegen te gaan, ondanks eerdere beloften om dit aan te pakken. Cijfers laten zien dat het aantal mensen dat het Kanaal oversteekt is toegenomen, en recente wetgeving heeft nog niet het gewenste effect gehad.

Ondanks de complicaties heeft het VK wel een vrijhandelsakkoord met de EU weten te realiseren, hoewel de administratieve rompslomp en vertragingen bij grenscontroles zorgen voor aanzienlijke problemen in de handel. De toekomst voor de Britse economie blijft onzeker, met voorspellingen van verdere krimp en werkloosheid, tenzij er ingrijpende veranderingen worden doorgevoerd.