Vier aanslagen bij woningen van drie gevangenismedewerkers: 'Onacceptabel'
In dit artikel:
In augustus werden de woningen van drie gevangenismedewerkers het doelwit van in totaal vier aanslagen, waarbij één medewerker gewond raakte. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) noemt de reeks incidenten uitzonderlijk en verontrustend omdat collega’s ook buiten hun werk in gevaar kwamen.
Het eerste voorval gebeurde op 2 augustus bij een medewerker van de Penitentiaire Inrichting in Heerhugowaard; een dag later werd bij dezelfde woning ook brand gesticht. Ongeveer twee weken later ontplofte bij een woning aan de Blondeelstraat in Rotterdam-Alexander — van een medewerker van PI Krimpen aan den IJssel — zwaar vuurwerk toen de bewoner poolshoogte nam; hij raakte hierbij gewond en er werd later een niet-ontplofte Cobra 6 gevonden. Een dag daarna ontplofte een explosief bij de woning van een medewerker van de gevangenis in Zaanstad; daarbij vielen geen gewonden maar was aanzienlijke materiële schade aan de voordeur. DJI heeft uit privacyredenen niet alle betrokken woonplaatsen bekendgemaakt.
De politie onderzoekt de incidenten; vooralsnog zijn geen aanhoudingen verricht. DJI maakte de gebeurtenissen openbaar via haar maandelijkse ‘voorvallenlijst’ en werkt nauw samen met politie en Openbaar Ministerie. De organisatie biedt nazorg aan de getroffenen en benadrukt dat intimidatie en geweld tegen medewerkers, ook in hun privéleven, onacceptabel is.
Als achtergrond wijst een recent onderzoek van EenVandaag onder 350 bewaarders met direct contact met gedetineerden op lange tijdsdruk, veelvuldig ervaren geweld en een gevoel van in de steek gelaten worden door directies en politiek — context die deze aanvallen extra nijpend maakt.