Vic van de Reijt: 'We zijn weer net zo ongeletterd als in de Middeleeuwen'
In dit artikel:
Ter gelegenheid van de 75e verjaardag van uitgever Vic van de Reijt maakten Arthur van Amerongen, Nick Muller en Arie Pos een eenmalige vriendenglossy, de VIC, met een exclusief interview in HP/De Tijd. Van de Reijt reflecteert op zijn lange carrière en deelt zijn visie op het uitgeefvak. Volgens hem begint goed uitgeverschap met smaak die niet het publiek volgt, maar vooruitloopt op wat het volk willen wil. Hij hanteerde een ‘sandwichformule’ waarin lichte zaken serieus genomen worden en serieuze zaken met een luchtige toon. Essentieel was ook het slim omgaan met geld: geen grote voorschotten uitdelen, maar aandacht geven aan auteurs, waarmee hij duurzame zakelijke en persoonlijke relaties opbouwde.
Van de Reijt onderscheidt twee typen uitgevers: zij die investeren in auteurs en zorgzaam redigeren, en commerciële spelers die trends blindelings volgen en veel geld strooien. Hij koos voor het eerste en bouwde een fonds met Nederlandse auteurs als Arnon Grunberg, Lisette Lewin en Ronald Giphart, terwijl hij weinig vertalingen uitgaf. Hij deelt ook kritische observaties over auteurs die van uitgever wisselen uit commerciële motieven en onderstreept het belang van aandacht boven geld voor auteurstevredenheid.
Hij ontwikkelde het TIPS-systeem om talent te beoordelen aan de hand van Talent, Innerlijke noodzaak, Persoonlijkheid en Snelheid. Van de Reijt benadrukt dat uitgevers tegenwoordig veel meer van auteurs verwachten op het gebied van presentatie en verkoopmanschap, naast het schrijven zelf, wat het literaire landschap heeft veranderd. Hij is kritisch over de huidige vlakke stijl van debutanten, waarbij slechts enkele auteurs als Lucas Rijneveld, Tobi Lakmaker en Dimitri Verhulst volgens hem echt een eigen stem hebben.
Humor beschouwt hij als onmisbaar in goede literatuur: een vorm van ‘bedwongen wanhoop’ die wereldliteratuur definieert. Redactie ziet hij als cruciaal: slechte manuscripten moet je direct afwijzen, bij goede manuscripten kan redactie ze beter maken. Hij deelt voorbeelden van uitgeverskeuzes, waaronder het dilemma om slechte tweede boeken toch uit te geven om de weg vrij te maken voor een derde, beter werk.
Van de Reijt kijkt ook terug op zijn werkwijze met auteurs, zoals het schrappen van uitgebreide lunches om efficiënt te blijven en het belang van persoonlijke betrokkenheid bij het promoten van boeken. Hij hekelt de groeiende bureaucratie binnen uitgeefconcerns waarbij promotiemiddelen vaak niet naar de juiste boeken gaan, wat ten koste gaat van individuele auteurs.
Ook bespreekt hij de transformatie van het uitgeefvak door digitalisering, waardoor kleine, zelfs eenmansuitgeverijen kunnen floreren, vergelijkbaar met de kleinschaligheid van vroegere tijden. Zijn nostalgie voor de tijd van Kees Aarts, waar een gepassioneerde groep literatuurliefhebbers werkte, tekent zijn ideaalbeeld van uitgeverschap.
Tot slot uit Van de Reijt scherpe kritiek op het huidige onderwijs en de dalende kennis van Nederlandse literatuur en geschiedenis onder jongeren. Hij vindt het zorgwekkend dat belangrijke werken van Hermans, Reve en Elsschot nauwelijks meer gelezen worden en waarschuwt voor de gevolgen van gepakte keuzepakketten en verzwakte basiskennis. Hij verbindt zijn rol als uitgever met die van een leraar die orde, kennis en humor gebruikt om een diverse groep auteurs samen te brengen en benadrukt het belang van literaire traditie.
De glossy VIC bevat verder bijdragen van bekende auteurs en is te koop via HP/De Tijd.