Via bomentinder kregen al 2,5 miljoen weesboompjes een nieuwe plek om te wortelen
In dit artikel:
Meer Bomen Nu redt jonge boompjes die op onverwachte plekken opkomen en geeft ze een tweede kans door ze gratis aan nieuwe eigenaars of projecten te geven. In vijf jaar tijd (sinds circa 2020) zijn zo ongeveer 2,5 miljoen zaailingen opnieuw geplant; tienduizenden mensen deden mee (in totaal zo’n 33.000 deelnemers, met volgens De Duurzame 100 tienduizenden actieve vrijwilligers). Het initiatief opereert lokaal maar heeft ook verplantdagen in Duitsland, Engeland, Ierland en Frankrijk.
Praktijkvoorbeeld: voedselbos Eetgaarde langs de Hessenweg in Stoutenburg, opgezet door Amersfoorter Alex Schoenmakers. Op zijn twee hectare heeft hij dit jaar al zo’n vierhonderd voedselboompjes (appel, peer, pruim, nashiperen, kweepeer, szechuanpeper, hazelnoot) geplant en plant hij de rest in fases uit. Naast productiebomen zet hij bijna vijfduizend ‘gewone’ bomen neer — berken, wilgen, elzen, eiken en kastanjes — als bodemverbeteraars en bescherming. Schoenmakers verwacht pas over ongeveer vijf jaar een serieuze oogst; het eerste jaar draait vooral om aanplanten en overleven van de droge zomer. Hij kiest bewust voor geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest: de bodem en het bodemvoedselweb moeten zich herstellen en zelf voor voedingsstoffen zorgen.
Het werkproces van Meer Bomen Nu is eenvoudig en effectief: vrijwilligers graven zaailingen van een halve tot anderhalve meter uit locaties waar ze ongewenst zijn (parken, landgoederen, paden, heide), labelen en bundelen ze en zetten ze tijdelijk in een lokale bomenhub. Via de zogeheten Bomenvinder — door initiatiefnemers soms liefkozend ‘bomentinder’ genoemd — wordt gezocht naar een passende match tussen boomsoort en grondsoort; liefst blijft een boom dichtbij zodat mensen niet ver hoeven rijden en de boom meteen kan wortelen. Oogstlocaties worden vaak aangeleverd door boswachters, heidewerkgroepen en gemeenten, en bestemmingen variëren van boerderijen en voedselbossen tot schoolpleinen, stadstuinen en tinyhouse-projecten.
Duurzaamheid en sociale meerwaarde lopen hand in hand: het verplanten draagt bij aan biodiversiteit, betere lucht- en waterkwaliteit en een natuurinclusieve leefomgeving. Tegelijk ontstaan op oogstdagen gemeenschappen van vrijwilligers — een mix van fysieke arbeid en samen iets teruggeven aan de natuur die volgens projectleiders ook een positief effect heeft op de eigen gezondheid van deelnemers. Projectleider Marga Witteman (Urgenda) wijst bovendien op het circulaire idee: jonge bomen die anders zouden worden weggegooid, krijgen een nieuwe bestemming — “natuur heeft geen afval” is de gedachte achter die aanpak.
De oorsprong van het initiatief ligt deels in samenwerking met andere burgerinitiatieven zoals MEERgroen en organisaties als Caring Farmers, die grootschalige weggeefacties hielpen opschalen. Daardoor kwamen acties met tienduizenden zaailingen in beweging en groeide Meer Bomen Nu uit tot een landelijke beweging waar tientallen gemeenten en duizenden vrijwilligers bij betrokken zijn. De organisatie won erkenning binnen de Trouw Duurzame 100 (categorie natuur), waar Meer Bomen Nu in de top werd geplaatst vanwege zowel de ecologische impact als de maatschappelijke betrokkenheid.
Kortom: Meer Bomen Nu combineert praktisch natuurherstel met lokaal vrijwilligerswerk en eenvoudige logistiek — zaailingen oogsten, tijdelijk opslaan en dichtbij herplanten — waardoor veel bomen worden gered, lokale projecten (zoals voedselbossen) worden versterkt en een brede groep mensen actief betrokken raakt bij natuur en klimaatoplossingen.