Verziekte werksfeer bij Rotterdams klimaatcentrum: 'Gerund door bokito's'
In dit artikel:
Het Rotterdamse Global Center on Adaptation (GCA) kampte de afgelopen jaren met een zodanig slechte werksfeer dat veel medewerkers snel vertrokken, zo blijkt uit tientallen gesprekken die NOS voerde met meer dan twintig oud-medewerkers en betrokkenen. Werknemers schetsen een "giftige" cultuur waarin de directie, onder leiding van directeur Patrick Verkooijen, schreeuwde in vergaderingen, personeel publiekelijk vernederde en harde druk uitoefende waardoor mensen burn-out raakten of de organisatie verlieten. Verschillende ex-medewerkers spreken van autocratisch leiderschap, taken die bewust onhaalbaar werden gemaakt en een klimaat waarin tegenspraak werd gestraft.
GCA, in 2017 naar Nederland gehaald met steun van het Rijk en landen als Noorwegen, Frankrijk en Denemarken, had de ambitie praktijk en kennis over klimaatadaptatie te verbinden. Grote namen als oud-premier Jan Peter Balkenende en oud-VN-secretaris Ban Ki-moon zijn eraan verbonden. Toch liepen samenwerkingen met Nederlandse kennisinstellingen — onder meer KNMI, Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen University — meestal stuk, een probleem dat oud-medewerkers deels wijten aan de hoge personeelsomloop binnen GCA. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stopte de subsidie nadat een samenwerking met Deltares mislukte; dat vergroot de kans dat GCA naar Kenia verhuist als Nederland niet opnieuw bijspringt.
Oud-medewerkers vertellen ook dat Verkooijen zijn netwerk en name-dropping (onder meer Ban Ki-moon) zou hebben ingezet om druk op collega’s en partners uit te oefenen; NOS kreeg appberichten in te zien waarin die strategie zichtbaar zou zijn. GCA-bestuur en Verkooijen zelf noemen de beschrijvingen "suggesties en insinuaties" die raken, maar geven toe dat Verkooijen soms een scherpe toon hanteert. In een intern onderzoek uit 2022 gaf meer dan de helft van het personeel aan de leiding als autocratisch te ervaren. Veel ex-medewerkers vrezen represailles en lieten daarom anoniem spreken; enkelen, zoals Sander Chan en Shuaib Lwasa, zijn wel met naam naar buiten gekomen en melden ernstige professionele en mentale gevolgen.
Het ministerie had volgens betrokken ambtenaren op de hoogte geweest kunnen zijn van signalen over het leiderschap, maar zegt dat die meldingen niet dusdanig waren dat er actie werd ondernomen. GCA zegt dat de beschreven autocratische cultuur vooral bij de startfase hoorde en dat er sindsdien stappen zijn genomen richting een meer coachende en inclusieve werkwijze. Kritische oud-medewerkers betwijfelen echter of die veranderingen al substantieel zijn: velen zien op de huidge personeelslijst nauwelijks mensen terug uit de beginperiode en ervaren dat de sfeer bij aanwezigheid van de directeur nog steeds gespannen is. De combinatie van personeelsverlies, mislukte samenwerkingen en terughoudendheid bij subsidieverlening zet het voortbestaan van het centrum in Nederland onder druk.